Sonja van Wier vanuit de Human Rights March,
Palestina/Israël, december 2003-januari 2004
"Kom met je eigen ogen zien"
22 december
Hoe kun je de Palestijnen helpen vraagt menigeen aan de Palestijnen. "Come to our land and see it with your own eyes", is het advies van Arafats minister van Voorlichting. Ze mocht vanmorgen op blote voeten over de grens. Dat is daar de gebruikelijke controle. Dat om naar ons toe te komen. Twee andere Palestijnse vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties mochten de grens niet over. Een dergelijke weigering is gebruikelijk.
Jeruzalem, voor tenminste drie geloven even heilig: moslems, christenen en joden. Vermoedelijk heb ik nu velen ten onrechte overgeslagen, want deze stad is een mengelmoes van bevolkingsgroepen die er eeuwenlang geworteld zijn. Ik ben er sinds gisteravond. Onderweg met vijftig vrouwen van overal ter wereld om Palestijnse en Israëlische vrouwenorganisaties een hart onder de riem te steken. Zowel in Israël als in de Bezette Palestijnse Gebieden worden vrijwel dagelijks kleine protestmarsen gehouden, korte stille tochten om slachtoffers aan beide zijden te betreuren (wij plaatsen cyclamen en kaarsen op plaatsen waar aanslagen zijn geweest).
Jeruzalem is vandaag meeting-point voor vrouwen van de Human Rights March of Women. Palestijnse vrouwenorganisaties hebben in het gebouw van de YMCA sprekers geregeld. De juist benoemde minister voor vrouwenzaken van de Palestijnse regering is er: luid applaus. Twee vrouwen uit de Bezette Gebieden zijn bij de checqpoints tegengehouden. Vier anderen spreken. Hun verhalen zijn kort maar krachtig. Dus, hun kwaadheid kent haar grenzen. Maar het lijden van de Palestijnen is groot. Bij de grens moeten kinderen als ze naar school gaan hun tasjes opendoen, fouillering toelaten, hun schoenen uit doen ter controle door het Israëlische leger. Ook de minister mocht vanmorgen op blote voeten over het zo verwaarloosde "Palestijns" wegdek lopen om naar onze bijeenkomst te kunnen gaan.
Palestijnen moeten hun plaats kennen. Of moet de vraag zijn of er in Israël nog plaats voor hen is. Ooit was dit hun land. Maar zoals Israël het aanpakt lijken de rollen omgedraaid: alsof 'ongewenste vreemdelingen' in eigen land zijn. "Vernedering" is hier hhet sleutelwoord. De menswaardigheid van Palestijnen is voortdurend in het geding. Dat maakt de mensen gek.Moreel en mentaliteit worden bedreigd. De mensen veranderen. Als ze getraumatiseerd raken komen ze ook in eigen omgeving aan de zijlijn terecht.
Een Palestijns historica legt vanmorgen kort maar krachtig niets anders uit dan de verstrengeling van kerk en staat die Israël kent. De wetgeving is er een van het (joodse) goddelijk recht, dat botst met alle begrippen 'human right'. Goddelijk recht is er voor de nationals of Israël en sluit wie er woonde buiten.
Dit is wat er nu gebeurt: Israël probeeert het leven van de mensen te veranderen. De kwaliteit ervan verslechtert met de dag. Kijk hoe de kinderen soms in ploegendienst naar school gaan (de gebouwen worden dubbel gebruikt). Vergelijk het Israëlische wegdek met het Palestijnse. Hoeveel beter zag dat er tien jaar geleden niet uit.
Gisteravond kregen we in ons restaurant van Israëlische vrouwen hun verhaal te horen. Zij zijn in een tiental organisaties verenigd in het overkoepelende Coalition of Women en leveren strijd met wat de instellingen doen. Zo ageren zij bij wegblokkades tegen de voortdurende pesterijen van de soldaten die Palestijnen dan weer wel en dan weer niet doorlaten. Soms raken ze vertwijfeld, omdat de pesterijen legio zijn en de hulp een druppel op de gloeiende plaat is. Misschien help je op die manier Sharon onbedoeld toch.
Hun voortdurende pogingen de verslechtering in de leefomstandigheden van de Palestijnen te verminderen komt hen op zware kritiek in eigen land te staan. Hoewel? Als we zaterdag de eerste door hen georganiseerde vredestocht in Tel Aviv beginnen en in een lange rij achter elkaar langs de boulevard gaan, vallen de reacties - een aantal schreeuwpartijen daargelaten - toch wel mee. De uitgedeelde stencils worden slechts een enkele keer spontaan verscheurd of tot prop ineen gebald. Enkelen leggen het naast zich neer, maar velen lezen het aandachtig. Of hij Palestijn dus Israeli is, dan wel Israeli 'sec' , weet ik niet. Maar hij kijkt ons blij aan en zegt: " You women are beautifull. You women are wonderful. I love you". Ik voel me persoonlijk aangesproken.
De dag erna (zondag) klinkt tijdens onze wandeling voortdurend getoeter. Soms hoor je het gescandeerde 'dit is het begin wij gaan door met de strijd' , we wandelen dan langs de autoweg van Ar'ara naar Umm al-Fahim. Het zijn de Palestijnse gebieden in Israël. Aan de overkant van de autoweg zwaaien blije mensen. Een man steekt zijn vuist omhoog van geweldig.
Later maken we een urenlange tocht door de grensgebieden van de Groene Lijn. Dat is de bestandslijn van 1949. Israël had in dat jaar, in wat later ten onrechte de Onafhankelijkheidsoorlog is genoemd, 78% van de grond van het voormalig Mandaatgebied Palestina veroverd. Als er al een muur zou moeten komen, wat sommige Israeli's willen, dan zou die muur volgens hen daar moeten staan. Maar die muur gaat veel dieper de Bezette Gebieden in. Hij doorkruist steden, omsingelt steden en scheidt Palestijnen van hun land.
De Israëlische vrouwen vertellen dat de toestand zo ongewikkeld is, dat ze soms zelfs niet meer weten of Israël links ligt dan wel rechts. Ariel, de nederzetting waar we over een soepele autoweg (die voor Palestijnen verboden is) heenrijden is de best grootste nederzetting op de Westelijke Jordaanoever, Die stad is de laatste jaren als kool gegroeid en telt nu 30.000 inwoners. Opvallend, hij ligt niet op een heuveltop maar in het dal. In Israël noemt men Ariel al geen nederzetting van kolonisten meer, maar een Israëlische stad.