Vredesduif met olijftak in snavel.

Klimaatverandering

20-6-2019 Gewapende conflicten, schending van mensenrechten, milieuvervuiling, klimaatverandering, sociale onrechtvaardigheid ... zijn ontegensprekelijk met elkaar verbonden. Klimaatverandering en milieuvervuiling zijn niet te vermijden in de moderne oorlogsvoering. De rol van het leger in de klimaatverandering is enorm groot.

 

Petroleum is onmisbaar om oorlog te voeren. De militairen zijn de grootste verbruikers van fossiele brandstoffen. Alle onderhandelingen over klimaatverandering die niet de militaire activiteiten insluit, zijn tevergeefs. Terwijl wij onze ecologische voetafdruk proberen te verkleinen, bekommeren de militairen zich niet om de klimaatverandering. Zij rapporteren nooit over de uitstoot van broeikasgassen die het gevolg zijn van hun activiteiten.

 

In dit artikel bespreken we enkel de gevolgen van de militaire activiteiten van de Verenigde Staten. Dat wil niet zeggen dat andere landen en wapenfabrikanten minder verantwoordelijk zijn voor de enorme schade die aangericht wordt aan het klimaat en het milieu. De VS is maar één van de vele spelers, die zonder verantwoording te moeten afleggen, bijdraagt tot de opwarming van de aarde en het milieu vervuilt.

 

De VS-militairen gebruiken 25 procent van het totale petroleumverbruik van de VS dat ongeveer 25 procent van het totale wereldverbruik bedraagt. De Zesde Vloot van de VS is de grootste milieuvervuiler in de Middellandse Zee. De USAF, de Amerikaanse luchtmacht is de grootse verbruiker van vliegtuigbrandstof in de wereld.

 

In 1945 bouwde de VS een luchtmachtbasis in Dhahran, Saoedi-Arabië, om een permanente Amerikaanse toegang te krijgen tot de petroleumvelden in het Midden-Oosten. President Roosevelt onderhandelde een "quid pro quo" met de Saoedische familie om militaire bescherming te verzekeren in ruil voor goedkope petroleum voor de binnenlandse markt en voor militaire doeleinden.

 

De snelle toename van broeikasgassen, de oorzaak van de huidige klimaatcrisis, begon rond 1950. Petroleum was belangrijk in Wereldoorlog I, maar de toegang tot petroleum was van cruciaal belang in Wereldoorlog II.

 

Voor de VS was het toen duidelijk geworden dat permanente toegang en monopolisering van de petroleumvoorraden essentieel waren, indien zij de grootmacht van de wereld wilden blijven. De toegang tot petroleum werd een militaire prioriteit. Dit zorgde voor de verdere uitbouw van een systeem dat afhankelijk was van 'broeikasgas-uitstotende technologieën' voor militaire doeleinden. De toename van buitenlandse militaire VS-basissen in de buurt van landen met een olievoorraad was hierdoor noodzakelijk.

 

De Sovjet-invasie in Afghanistan en de Iraanse Revolutie eind 1970, bedreigden de toegang van de VS tot de petroleumvelden in het Midden-Oosten. President Carter verklaarde in zijn State of the Union: "Indien onze toegang tot de olievelden in het Midden-Oosten in gevaar zou komen, dan zijn alle middelen goed om de toegang tot olie te blijven verzekeren, waaronder ook een militair ingrijpen". Hij richtte daartoe de Rapid Development Joint Task Force op, met als doel om indien nodig, oorlogsoperaties in de Perzische Golf uit te voeren. President Reagan richtte de U.S. Central Command (CENTCOM) op, om toegang tot olie te verzekeren en om de Russische invloed in de Golf te beperken.

 

In het Klimaatakkoord van Parijs (2015) werd broeikasgas, veroorzaakt door militaire activiteiten, niet meer uitgesloten van de klimaatdoelstellingen. In het Kyoto-akkoord werd dit wel uitgesloten onder druk van de VS. Resultaat: de Trump-administratie weigerde het akkoord van Parijs te ondertekenen. Ondertussen is het nog steeds niet verplicht voor landen die het Parijse Klimaatakkoord van 2015 ondertekenden, om de CO2-uitstoot, veroorzaakt door militaire activiteiten, te registreren en te verminderen.

 

De VS heeft meer dan 800 militaire buitenlandse basissen in 80 landen om de energiebevoorrading (olie) voor het Amerikaanse leger, de binnenlandse markt en de industrie te verzekeren. Hier hoort ook de wapenindustrie bij voor de productie van militaire uitrusting, wapens, infrastructuur, testen van wapens ...

 

Toen in maart 2003 de Irak-oorlog begon, schatte het Amerikaanse leger dat het ongeveer 40 miljoen gallons (= 151 miljoen liter) olie nodig zou hebben, gedurende drie weken van de geplande gevechten. Eenzelfde hoeveelheid werd gebruikt door alle geallieerde troepen tijdens de vier jaar van de Eerste Wereldoorlog. Irak heeft de op twee na grootste olievoorraad ter wereld. De oorlog in Irak wordt dan ook een oorlog om olie genoemd, die geen weken duurde maar jaren.

 

We maken een vergelijking:

- Naar schatting kostte de Irak-oorlog van 2003 3 biljoen Amerikaanse dollar. Indien we dit bedrag zouden gebruiken voor wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie, dan zou in 2030 de opwarming van de aarde een positief keerpunt kennen.

- Tussen 2003 en 2007 was de oorlog in Irak verantwoordelijk voor het equivalent van de uitstoot van minstens 141 miljoen kubieke ton CO2, elk jaar van de oorlog meer dan de gezamenlijke jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen door 139 landen.

- Voor de heropbouw van Iraakse scholen, huizen, bedrijven, bruggen, wegen en ziekenhuizen zijn miljoenen tonnen cement nodig. De cementindustrie is één van de grootste industriële bronnen van uitstoot van broeikasgassen.

- In 2006 investeerde de VS meer in de Irak-oorlog dan de hele wereld investeerde in hernieuwbare energie.

- In 2008 gaf de Bush-administratie 97 keer meer geld uit aan militaire operaties dan aan maatregelen om de klimaatsverandering aan te pakken.

 

Het Amerikaanse militair apparaat is naar schatting verantwoordelijk voor 5 procent van de uitstoot van broeikasgassen. De milieuschade door oorlog en militaire activiteiten blijft niet beperkt tot klimaatverandering. De gevolgen en effecten van nucleaire ongevallen, nucleaire testen, het gebruik van Agent Orange, van verarmd uranium, Thorium, landmijnen en niet-ontplofte bommen en projectielen ... hebben het militaire apparaat de reputatie gegeven van: "De grootste vervuilers van het milieu."

 

Naar schatting is 20 procent van alle milieuvervuiling in de wereld te wijten aan militaire activiteiten. De VS voorziet een budget voor onderwijs, sociale voorzieningen, jobcreatie dat kleiner is dan het budget voor Defensie.

 

Laat ons het tij keren: Vredesbewegingen, doe onderzoek naar de CO2 uitstoot en milieuvervuiling door het militair-industrieel complex. Mensenrechtenactivisten, spreek jullie duidelijk uit tegen oorlog en vernietiging. Milieu-activisten, bescherm onze planeet en wordt vredesactivisten en anti-militaristen.

 

Ria Verjauw/ Leuvense Vredesbeweging/ ICBUW

 

Bronnen:

UFPJ-peacetalk:Why stopping wars is essential for stopping climate change, Elaine Graham-Leigh

A Diet of Austerity: Class, Food and Climate Change, Elaine Graham-Leigh

https://www.ewg.org/research/update-mapping-expanding-pfas-crisis

https://www.militarytimes.com/news/your-military/2018/04/26/dod-126-bases-report-water-contaminants-harmful-to-infant-development-tied-to-cancers/

http://www.bandepleteduranium.org/en/index.html

https://truthout.org/articles/the-military-assault-on-global-climate/

Facing the Anthropocene, Ian Angus, Monthly Review Press (2016), p.161
 

"Een land dat jaar na jaar meer geld uitgeeft aan het militaire apparaat dan aan programma's van sociale verbetering, gaat spiritueel dood." - Martin Luther King.

 

Deze bijdrage is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie

Bron: De Wereld Morgen