Vredesduif met olijftak in snavel.

Doden door coalitie in Raqqa

1-8-2019 De door de VS geleide militaire coalitie moet een einde maken aan bijna 2 jaar van ontkennen van de zeer hoge dodentol bij burgers en de vernietiging die zij heeft veroorzaakt in de Syrische stad Raqqa. Dat zeggen Amnesty International en Airwars bij de lancering van een nieuw project met gegevens over het offensief om IS te verdrijven.

 

De interactieve website Rhetoric versus Reality: How the 'most precise air campaign in history' left Raqqa the most destroyed city in modern times beschrijft het grootste onderzoek naar burgerdoden in een hedendaags conflict. De weergave van bijna twee jaar onderzoek levert een schokkend levensecht verslag op van meer dan 1.600 burgers die werden gedood als een direct gevolg van duizenden Amerikaanse, Britse en Franse luchtaanvallen en tienduizenden Amerikaanse artillerieaanvallen in de militaire campagne van de coalitie in Raqqa van juni tot oktober 2017.

 

Tegen de tijd dat het offensief begon, had IS Raqqa bijna vier jaar in handen gehad. IS had oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid begaan, en iedereen die tegen hen in opstand durfde te komen, werd gemarteld of gedood. Amnesty International heeft eerder al aangetoond hoe IS burgers gebruikte als menselijk schild, uitvalsroutes bezaaide met mijnen, checkpoints opzette om verplaatsingen te beperken en degenen die probeerden te vluchten, doodschoot.

 

"Duizenden burgers werden gedood of gewond bij het door de VS geleide offensief van de coalitie om IS, dat met sluipschutters en mijnen de stad in een dodelijke val veranderd had, uit Raqqa te verdrijven. Veel van de luchtbombardementen waren onnauwkeurig en tienduizenden artillerie-aanvallen waren willekeurig. Het is dus geen wonder dat ze honderden burgers hebben verwond en gedood", aldus Donatella Rovera, Senior Crisis Response Advisor bij Amnesty International.

 

"Coalitietroepen hebben Raqqa met de grond gelijk gemaakt, maar de waarheid kunnen ze niet wegvegen. Amnesty International en Airwars vragen de coalitietroepen op te houden het schokkende aantal burgerdoden en de vernietiging door hun offensief in Raqqa te ontkennen."

 

"De Coalitie moet een diepgaand onderzoek instellen naar wat er in Raqqa fout is gegaan en van die lessen leren, om te voorkomen dat er bij toekomstige militaire operaties zulk enorm leed wordt toegebracht aan betrokken burgers", zegt Chris Woods, directeur van Airwars.

 

Baanbrekend onderzoek ter plaatse in Raqqa en vanop afstand

 

Amnesty International en Airwars hebben voor dit onderzoek meerdere gegevensstromen verzameld en vergeleken. Al van toen de strijd nog volop woedde, brachten onderzoekers van Amnesty International gedurende vier bezoeken in totaal ongeveer twee maanden ter plaatse in Raqqa door, zij deden onderzoek op meer dan 200 aanvalslocaties en interviewden meer dan 400 getuigen en overlevenden.

 

Met het innovatieve "Strike Trackers"-project van Amnesty International werd ook vastgesteld wanneer elk van de meer dan 11.000 verwoeste gebouwen in Raqqa werd geraakt. Meer dan 3.000 digitale activisten in 124 landen namen eraan deel en analyseerden in totaal meer dan 2 miljoen satellietbeeldframes. Het Digital Verification Corps van de organisatie, dat verspreid is over zes universiteiten over de hele wereld, analyseerde en controleerde videobeelden die tijdens het offensief werden gemaakt.

 

Onderzoekers van Airwars en Amnesty International analyseerden open-source bewijsmateriaal, zowel in real-time als na de strijd - inclusief duizenden sociale media-berichten en ander materiaal - om een database op te bouwen van meer dan 1.600 burgers die naar verluidt tijdens aanvallen van de coalitie werden gedood. De organisaties hebben de namen verzameld van meer dan 1.000 slachtoffers; Amnesty International heeft die van 641 slachtoffers op het terrein in Raqqa direct geverifieerd en er zijn sterke sporen uit verschillende bronnen voor de overigen.

 

Beide organisaties hebben hun bevindingen meermaals gedeeld met de door de VS geleide militaire coalitie en met de Amerikaanse, Britse en Franse autoriteiten. Als gevolg hiervan heeft de coalitie erkend dat zij 159 burgers hebben gedood - ongeveer 10 procent van het totaal gemelde aantal - maar het heeft de rest systematisch afgedaan als "niet-geloofwaardig". Tot nu toe heeft de coalitie de problematiek van de burgerslachtoffers echter niet adequaat onderzocht of getuigen en overlevenden geïnterviewd, en zij heeft toegegeven geen onderzoek op locatie uit te voeren.

 

Lotgevallen tot leven gebracht

 

Rethoric versus Reality brengt de verhalen van families tot leven die de oorlog meemaakten en omkwamen. De site neemt bezoekers mee op een reis door de stad, laat hen overlevenden ontmoeten, luisteren naar hun getuigenis en hun verwoeste huizen bezoeken. Van de gebombardeerde bruggen over de Eufraat tot de grotendeels gesloopte oude stad nabij het centrale stadion, geen enkele wijk werd gespaard.

 

De interactieve website werd ontwikkeld met het creatieve team van Holoscribe en toont foto's, video's en meeslepende ervaringen in 360°-beelden, satellietbeelden, kaarten en gegevensvisualisaties om de lotgevallen en de vlucht te laten zien van burgers die in de bombardementen van de coalitie verstrikt raken. Gebruikers kunnen ook gegevens bekijken over burgers die zijn omgekomen, velen nadat zij van de ene plaats in de stad naar de andere waren gevlucht.

 

Hele stadsblokken plat gegooid

 

Raqqa's torenhoge dodental onder burgers is niet verrassend gezien het meedogenloze spervuur van de coalitie dat zo onnauwkeurig was dat het geen onderscheid maakte als het werd gebruikt in de buurt van burgers. Een Amerikaanse militaire officier pochte dat er tijdens de campagne 30.000 artilleriepatronen waren afgevuurd. Dat is het equivalent van één aanval om de zes minuten, vier maanden lang, en dat is meer geschut dan in enig ander conflict sinds de oorlog in Vietnam. Met een foutenmarge van meer dan 100 meter is ongeleide artillerie notoir onnauwkeurig en het gebruik ervan in bevolkte gebieden wordt beschouwd als willekeurige aanvallen.

 

Een van de eerste wijken die het doelwit was, was Dara'iya, een laaggelegen, arme wijk in het westen van Raqqa. In een vervallen, half verwoest huis, beschreef Fatima, toen negen jaar oud, hoe ze drie van haar broers en zussen en haar moeder Aziza verloor, toen de coalitie in de ochtend van 10 juni 2017 volle salvo's artilleriegranaten op hun buurt liet regenen. Ze behoorden die dag alleen al tot de 16 burgers die in die straat werden gedood. Fatima verloor haar rechterbeen en haar linkerbeen raakte zwaar gewond. Ze gebruikt nu een rolstoel die haar is geschonken door een ngo om zich te verplaatsen en haar enige wens is om naar school te gaan.

 

Hele gezinnen in een oogwenk weggevaagd

 

Amerikaanse, Britse en Franse troepen lanceerden ook duizenden luchtaanvallen in woonwijken, waardoor er massaal burgerslachtoffers vielen. Tijdens een tragisch incident verwoestte een luchtaanval van de coalitie een volledig vijf verdiepingen tellend flatgebouw in de buurt van de Maari-school in de centrale wijk Harat al-Badu in de vroege avond van 25 september 2017. Vier families schuilden op dat moment in de kelder. Bijna allemaal werden ze gedood - ten minste 32 burgers, waaronder 20 kinderen. Een week later werden nog eens 27 burgers gedood - waaronder veel familieleden van degenen die tijdens de eerdere aanval waren gedood - toen een luchtaanval een nabijgelegen gebouw verwoestte.

 

"24 uur per dag bombardeerden de vliegtuigen en vielen de raketten, en overal waren IS-sluipschutters. Je kon gewoon niet ademen", vertelde Ayat Mohammed Jasem, een overlevende van de aanval van 25 september, aan een tv-ploeg toen ze meer dan een jaar later terugkeerde naar haar verwoeste huis.

 

"Ik zag mijn zoon sterven, verbrand in het puin voor me. Ik heb iedereen verloren die me dierbaar was. Mijn vier kinderen, mijn man, mijn moeder, mijn zus, mijn hele familie. Was het niet de bedoeling de burgers te bevrijden? Ze zouden ons en onze kinderen redden."

 

Tijd voor verantwoording

 

Veel van de door Amnesty International gedocumenteerde gevallen zijn wellicht schendingen van het internationale humanitaire recht en rechtvaardigen verder onderzoek. Ondanks al hun inspanningen zullen ngo's zoals Amnesty International en Airwars nooit de middelen hebben om de volle omvang van het aantal doden en gewonden onder de burgers in Raqqa te onderzoeken. De organisaties dringen er bij de leden van de door de VS geleide coalitie op aan om een onafhankelijk, onpartijdig mechanisme in te stellen om rapporten over burgerslachtoffers, waaronder schendingen van het internationale humanitaire recht, effectief en snel te onderzoeken en de bevindingen openbaar te maken.

 

Coalitieleden die de aanvallen hebben uitgevoerd, met name de VS, het VK en Frankrijk, moeten transparant zijn over hun tactieken, specifieke middelen en aanvalsmethoden, de keuze van hun doelen en de genomen voorzorgsmaatregelen bij de planning en de uitvoering van hun aanvallen. Coalitieleden moeten een fonds opzetten om ervoor te zorgen dat slachtoffers en hun families volledige schadevergoeding en compensatie ontvangen.

 

Deze bijdrage is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie.

Bron: De Wereld Morgen