Vredesduif met olijftak in snavel.

Saoedisch-Iraanse rivaliteit

16-1-2019 De executie van Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanboel en niet de brutale oorlog in Jemen zorgde er voor dat het tot spanningen kwam in de relaties tussen het Westen en het Saoedische koningshuis. Op de achtergrond speelt de rivaliteit met Iran. In Jemen en Syrië voeren beide landen een proxy-oorlog.

 

Het koningshuis mengt zich ook in de binnenlandse politiek van landen als Bahrein en Libanon om de Iraanse 'dreiging' af te wenden.

 

Drieënhalf jaar na het begin van een door Saoedi-Arabië geleide militaire interventie in Jemen is er voor het eerst sprake van sancties. Duitsland, Denemarken, Finland en Nederland kondigden een (in sommige gevallen gedeeltelijk) wapenembargo af tegen Saoedi-Arabië. Ook in de VS en Groot-Brittannië, de twee belangrijkste wapenleveranciers, groeit de druk, maar het valt te betwijfelen of het zo hard zal worden gespeeld. Daarvoor zijn de militaire en economische belangen veel te groot.

 

Saoedi-Arabië is de belangrijkste olieproducent in het Midden-Oosten en speelt een belangrijke rol in het stabiel houden van de wereldwijde energiemarkt. Washington ziet in het wahabistische regime bovendien een belangrijke bondgenoot, om Iran te isoleren en onder de knoet te houden, een belangrijke prioriteit voor het Witte Huis. Omgekeerd vloeien de petrodollars terug naar het westen, waarvan een belangrijk deel gaat naar wapenaankopen die Riyad nodig heeft in het geopolitieke militaire machtsspel waarin het in de regio verwikkeld zit.

 

Oorlog in Jemen


Het Saoedische leger wordt er van beschuldigd zich in Jemen te buit te gaan aan zware oorlogsmisdaden, zoals het bombarderen van ziekenhuizen, scholen, begrafenissen en trouwfeesten. Volgens de Verenigde Naties speelt zich in Jemen de ergste humanitaire crisis in de wereld af met driekwart van de bevolking die afhankelijk is van humanitaire hulp en bescherming. Drie miljoen kinderen bevinden zich in acute hongersnood. Dat is niet alleen een gevolg van de vijandelijkheden, maar ook van de maritieme blokkade die Saoedi-Arabië rond het land heeft aangelegd.

 

Jemen is een van de armste landen ter wereld en kent een woelige, gewelddadige geschiedenis. De unificatie van Noord- en Zuid-Jemen in 1990 verliep van meet af aan erg moeilijk. Niet alleen de lange opdeling van het land maar ook sociaaleconomische, culturele en religieuze verschillen, zorgden voor een lange cyclus van geweld.

 

In het noordwesten van het land leven de Zaidieten, een religieuze aan het sjiisme verwante minderheid van 30 procent, die vanaf de jaren negentig op gespannen voet kwam te staan met het centraal gezag. De toenemende discriminatie van religieuze minderheden en de parallelle opkomst van salafistische (soenni) bewegingen - de meerderheid van de bevolking - zorgden er voor dat de Zaidieten zich organiseerden in eerst een culturele, dan een politiek-militaire beweging, die in 2004 onder leiding van Hussein Badreddin al-Houthi in opstand komt. De Houthi's verzetten zich tegen de groeiende invloed van de salafisten en de sociaaleconomische, culturele en religieuze marginalisering.

 

Op internationaal niveau ontwikkelde de Houthi-beweging een anti-imperialistische, anti-Amerikaanse en anti-Zionistische (en zelfs antisemitische) politiek als gevolg van de politieke en militaire banden van toenmalig president Saleh met Washington en de Brits-Amerikaanse oorlog tegen Irak in 2003. De val van het regime Saleh als gevolg van een volksopstand in 2011 bracht niet de verhoopte veranderingen. De nationale verzoening bleef uit omdat de beloofde hervormingen vooral cosmetisch van aard zijn en niet tegemoet komen aan de eisen van Houthi's.

 

Wanneer blijkt dat de oude corrupte elite zich blijft vastklampen aan de macht en de politieke transitie als een mislukking wordt ervaren, barst het geweld opnieuw los. Midden 2014 rukken de Houthi-rebellen op en veroveren grote delen van het grondgebied op de troepen van het centraal gezag van president Hadi. Saoedi-Arabië, die de Houthi ziet als een lokale sjiitische proxy van aartsrivaal Iran, grijpt in maart 2015 militair in met een coalitie van een tiental landen. Het zorgde voor de grote desastreuze escalatie van het conflict.

 

Rivaliteit met Iran


Op de achtergrond speelt de regionale rivaliteit met Iran die lang niet alleen tot Jemen beperkt is en al decennia aansleept, vooral vanaf de Iraanse revolutie van 1979. Het recente aanscherpen van die rivaliteit is vooral een gevolg van de komst van Mohamed bin Salman (MBS) in het centrum van de politieke macht van het Saoedische koningshuis. Twee maanden na zijn aanstelling als minister van Defensie in januari 2015 ontpopt hij zich als architect van een militaire interventie in Jemen door een overdreven rol toe te dichten aan Iran als proxy van de Houthi-rebellen.

 

Het is eerder zo dat net de Saoedische interventie de Iraanse inmenging in het conflict heeft doen toenemen, zij het nog altijd beperkt en vooral als wapenleverancier. MBS grijpt de Iraanse 'existentiële dreiging' dankbaar aan om zijn macht te consolideren. Zijn aanstelling als kroonprins midden 2017 ging gepaard met een golf van politieke zuiveringen waarbij tientallen prinsen/rivalen op beschuldiging van corruptie werden gearresteerd of uit hun functies werden ontslagen. MBS stelt het graag voor dat Iran in alles de hand heeft, ook in de organisatie van de binnenlandse oppositie, zowel van de sjiitische minderheid in het oosten van het land als van de erfgenamen van de Arabische opstanden van 2011.

 

Het Iraanse 'gevaar' is ook een voorwaarde voor de ideologische verandering van het Saoedische koningshuis in de richting van een gemilitariseerd nationalisme, met Iran als belangrijkste doelwit. De militaire interventie in Jemen wordt als noodzakelijk voorgesteld om de algehele groeiende Iraanse dreiging te kunnen afwenden.

 

De rivaliteit tussen Teheran en Riyad straalt af op de hele regio. Na de val van Saddam Hoessein in 2003 en als gevolg van de Amerikaanse verdeel- en heerspolitiek in een poging om het bezettingsregime te kunnen handhaven, kwam Irak in een gewelddadig sektarisch aangedreven conflict terecht. De Amerikaans-Britse invasie zorgde er voor dat de machtsbasis naar de Sjiitische meerderheid in het zuiden van het land verschoof met partijen die traditioneel goede banden onderhouden met sjiitische regionale macht Iran, tot groot ongenoegen van Saoedi-Arabië.

 

De Jordaanse koning Abdullah II introduceerde het concept van de 'sjiitische halve maan', dat symbool staat voor het schrikbeeld van groeiende Iraanse invloed in de landen met een Sjiitische bevolking van Libanon in het noordwesten tot Bahrein en verder naar Jemen in het zuidwesten van de regio. MBS zal later in 2016 beweren dat de Arabische wereld zich geconfronteerd ziet met een sjiitische 'volle' maan als gevolg van de groeiende invloed van sjiitische milities en bewegingen in Libanon, Irak, Syrië, Bahrein en Jemen.

 

Saoedi-Arabië en Iran zijn vanaf het begin beide diep verwikkeld in de Syrische oorlog. Saoedi-Arabië leverde militaire en financiële steun aan gewapende milities van salafistische strekking. Iran ziet de steun aan het Syrische regime van president Bashar al-Assad als cruciaal voor zijn eigen overleven. Meer nog dan Saoedi-Arabië toont Teheran zich militair actief met de aanwezigheid van duizenden troepen van het Korps van de Iraanse Revolutionaire Wacht. Bovendien levert het steun aan de in Syrië opererende Libanese Hezbollah en Iraakse, Pakistaanse en Afghaanse sjiitische milities.

 

Het afgelopen jaar lijkt Saoedi-Arabië het op een andere boeg te gooien en de politiek van de VS in Syrië te volgen. Regime-verandering in Syrië lijkt geen prioriteit meer te zijn, er zijn zelfs opnieuw contacten. Nu de VS zich - zoals aangekondigd - wil terugtrekken uit Noord-Syrië ziet Saoedi-Arabië zich als een mogelijk alternatief aan het hoofd van een Arabische troepenmacht daar. Daar speelt dan weer de rivaliteit met Turkije. Tegelijk kan het verhinderen dat het Syrische regime en bondgenoot Iran het door de VS achtergelaten vacuüm opvullen.

 

Bahrein wordt gezien als een van de epicentra van de Saoedisch-Iraanse strijd voor invloed in de regio. Zowel de geografische positie van Bahrein in de Perzische Golf als de demografische samenstelling van de bevolking die voor 70 procent sjiitisch is, spelen daarin een rol. De regerende soennitische Al Khalifa-familie, onderhoudt nauwe banden met Saoedi-Arabië. Het regime is gekenmerkt door een geïnstitutionaliseerd systeem van discriminatie tegenover de sjiitische meerderheid die uitgesloten wordt van hoge regeringsposities. De opstand in Bahrein in februari 2011, die aanvankelijk geen sektarisch protest was, maar gestoeld op de eis naar democratische hervormingen en de vraag naar meer macht voor het parlement, leidde tot een Saoedische militaire interventie die er de hand van Iran in zag.

 

Ook Libanon is een gevechtsarena voor beide regionale grootmachten. De Iraanse steun aan de Hezbollah droeg ertoe bij dat deze sjiitische militie zich in de loop der jaren ontwikkelde tot een machtige politieke en militaire kracht.

 

Saoedi-Arabië levert dan weer al jaren politieke en financiële steun aan de clan rond premier Saad Hariri van de soennitische toekomstbeweging in een poging om de groeiende macht van Hezbollah tegen te gaan. Maar de gepercipieerde inschikkelijkheid van Hariri ten aanzien van Hezbollah en Iran is een doorn geworden in het oog van MBS. Tijdens zijn bezoek aan Saoedi-Arabië kondigde Hariri voor de tv zijn ontslag aan als premier met de boodschap dat de invloed van Hezbollah en Iran te groot is geworden en omdat er een aanslag tegen hem was gepland. Maar al gauw regende het geruchten en aanwijzingen dat Hariri door de Saoedische machthebbers tot aftreden werd gedwongen en hij in werkelijkheid een gijzelaar was van het koningshuis. Het Libanese leger ontkende dat er sprake van een moordcomplot tegen Hariri en over de Libanese partijgrenzen heen werd Riyad ervan beschuldigd de Libanese politiek te willen beïnvloeden op enkele maanden van nieuwe nationale verkiezingen.

 

Alliantie met de VS


De rivaliteit tussen beide landen is ook een gevolg van de VS-politiek in het Midden-Oosten. De diplomatieke toenaderingen tot Iran onder president Barak Obama zorgden voor heel wat consternatie in het Saoedisch koningshuis, zeker nadat het tot een nucleaire deal kwam. De Iraanse regering hoopte zo op broodnodige economische investeringen en een stopzetting van de sancties.

 

Dat president Trump zich inmiddels uit het akkoord heeft teruggetrokken en opnieuw zware sancties oplegde, werd in het Koningshuis dan ook met gejuich onthaald. Trump lijkt er op uit om het Iraanse buitenlandse beleid op de knieën te dwingen, wat naadloos aansluit bij de Saoedische ambities.

 

De 12 eisen die de VS-minister van Buitenlandse Zaken Pompeo in mei 2018 voorlegde gaan dan ook veel ruimer dan de discussie over beschuldigingen dat Iran een kernwapenprogramma zou hebben. Iran wordt er ook van beticht om terroristische bewegingen te steunen, waaronder Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad. Andere eisen gaan over de Iraanse rol in Syrië, Libanon, Afghanistan en Jemen.

 

De houding van Trump past binnen de Saoedische politieke visie dat de veiligheidsbelangen in de Golfregio bepaald worden door een voortdurende alliantie met de VS. In de woorden van de voormalige Koning Abdullah, om de Iraanse 'kop van de slang' af te snijden.

 

Deze regionale machtsstrijd heeft ook een belangrijke economische component. De regionale suprematie van Saoedi-Arabië is afhankelijk van zijn aandeel in de wereldwijde oliemarkt en zijn positie als bestemmingsland voor economische investeringen. Het opheffen van sancties tegen een land als Iran met een groot potentieel als olieproducent is in dat opzicht geen leuk perspectief. Riyad heeft er alle belang bij dat sancties de Iraanse economie in moeilijkheden houden of zelfs in elkaar doen stuiken.

 

Wapens


Het is opvallend dat het Witte Huis hard van leer trekt tegen Teheran, net op het ogenblik dat Saoedi-Arabië, internationaal zwaar onder vuur ligt. Niet alleen in de affaire Khashoggi en de oorlog in Jemen, maar ook voor zijn steun aan gewapende extremistische islamisten of de binnenlandse repressie en zijn slechte mensenrechtenreputatie. Die kwalijke reputatie hindert niet dat Washington en andere hoofdsteden graag de andere kant opkijken.

 

Daar zijn twee redenen voor: olie en wapens. Het ziet er naar uit dat de VS ook na de moord op Khashoggi Saoedi-Arabië graag wil blijven ontzien als het in ruil zorgt voor de compensatie van het verlies van Iraanse olie op de wereldmarkt. De machtige Saoedische kroonprins Mohamed Bin Salman zei daarover in een interview met Bloomberg dat zijn land daar al werk van maakte om stijgende olieprijzen tegen te gaan, nadat de VS in augustus al een eerste reeks van sancties tegen Iran invoerden. Saoedi-Arabië heeft niet alleen de sleutel van de energieprijzen in handen, maar is na India de belangrijkste importeur van wapens.

 

De impact op de wapenexport naar Saoedi-Arabië is vooralsnog minimaal. De afgelopen vijf jaren is die zelfs met 225 procent gestegen ten opzicht van de periode daarvoor. Het land is na India de belangrijkste importeur van wapens. 61 procent daarvan is afkomstig van de VS en nog eens een kleine kwart van Groot-Brittannië.

 

Niets wordt geweigerd: gevechtsvliegtuigen, helikopters, clustermunitie, raketten, tanks, gepantserde voertuigen, ... Ook andere Europese landen zoals Frankrijk en (tot voor kort) Duitsland bevoorraadden het Saoedische regime met wapens. België is traditioneel een van de belangrijkste leveranciers van munitie en lichte wapens.

 

Wapenverkoop is big business. Zeker voor de VS die dominant is op de militaire wereldmarkt. In mei vorig jaar tijdens zijn bezoek aan Saoedi-Arabië pochte de Amerikaanse president Trump nog met de 110 miljard aan beloofde wapencontracten die 'veel jobs zullen opleveren in de VS'.

 

In een reactie op de moord heeft Trump al laten verstaan dat hij daar niet aan wil tornen en de Saoedische wapenmarkt niet in handen wil geven van Rusland of China. Daarmee blijft de VS zich heel duidelijk achter Saoedi-Arabië scharen, omdat de geopolitieke belangen van beide landen heel parallel lopen.

 

Ludo De Brabander Vrede vzw

 

Deze bijdrage is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie

Bron: De Wereld Morgen