KOPENHAGEN, 'The best play of the year' 1998
Ze zijn al lang dood en begraven. Michael Frayn bracht hen samen in het in 1998 bekroonde toneelstuk 'Kopenhagen'. Het Noord-Nederlands Toneel (NNT) bracht hen tot leven in een schitterend toneelbeeld dat het Hiernamaals voorstelde. Op een blinkend wit speelvlak, met een draaitoneel als omloop, daarboven een koepel met verlichting en opzij twee in het zwart uitlopende banen, wordt de historische ontmoeting gespeeld die in 1941 in Kopenhagen plaats heeft gehad tussen Niels Bohr (1885-1962), beroemd natuurkundige in Denemarken, Margrethe Bohr (1890-1980) die, hoewel geen natuurkundige, haar man te vuur en te zwaard verdedigde en Werner Karl Heisenberg (1901-1976), Duits kernfysicus, die nadat hij bij Bohr gewerkt had, in Duitsland hoogleraar werd.
Niels Bohr en Werner Heisenberg hadden allebei te maken met de atoombom. 'Kopenhagen' laat ons meemaken, hoe hun gesprekken verlopen zouden kunnen zijn.
Was de voorstelling niet saai vanwege al die duistere vragen over de atoombom, over verantwoordelijkheid enz.? Het tegendeel is waar. Dankzij het decor, de spannende inhoud en bovenal door het boeiende spel van de akteurs zitten de toeschouwers op het puntje van hun stoel.
Bram van der Vught, Liz Snoyink en Rudolf Lucieer spelen successievelijk de ernstige, waardige geleerde, een soms té fanatieke echtgenote en een twijfelende en ethisch bewogen wetenschapper.
Frayn baseerde 'Kopenhagen' op historische feiten, maar wist met fantasie en fictie een spannende thriller te maken.
Vast staat dat Heisenberg in 1941 - dus midden in de Tweede Wereldoorlog - aan Bohr en zijn vrouw een bezoek bracht. Het gesprek verliep traag. Denemarken was immers bezet door de Duitsers en het huis van Bohr zat vol afluisterapparatuur. Om deze te ontlopen gingen de mannen een wandeling maken. Na tien minuten waren ze al weer terug en Heisenberg vertrok. Wat er besproken was, bleef verborgen.Via de gesprekken eromheen komen we veel over het atoomwetenschappelijk onderzoek en het persoonlijk leven van de personages te weten. Maar we weten nog niet wat de klemmende vraag in Kopenhagen was.
Bohr ging naar Los Alamos, waar hij adviseur werd van Oppenheimer bij de voorbereiding van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Heisenberg vertrok naar Duitsland, waar hij zijn werk als atoomfysicus, zoals wij zullen zien, op ongewone wijze voortzette.De oorlog is voorbij. Heisenberg en Bohr komen weer bij elkaar. Heisenberg roept geëmotioneerd uit: 'Jullie weten niet wat het is als er bommen op steden vallen. Jullie beseffen nog steeds niet, wat ik in 1941 zei over de verantwoordelijkheid van ons, atoomgeleerden'
'Jullie (de Amerikanen) hebben hem (de bom) gebruikt op een levend doel'. Margrethe insinueert: 'Hij (dus Heisenberg) zegt tegen de nazi's dat hij atoombommen kan produceren!', wat als verwijzing kan dienen naar de internering van Heisenberg aan het eind van de oorlog samen met nazi-wetenschappers.
Heisenberg (de akteur dus) vertelt als antwoord rustig, maar met ingehouden spanning, wat hij in de Tweede Wereldoorlog in Duitsland gedaan heeft. Hij werkte niet aan het tot stand komen van de bom. Deze zou in handen van Diebner, een nazi-geleerde, en daarna van Hitler, schrikbarend grote rampen aangericht kunnen hebben. Heisenberg vertelt dat hij een reactor van hot naar her sleepte en deze, onwetend van snelle plutonium- en uraniumgevaren, in een gat bij een klein dorpje begroef. Al wachtende speelde hij in de kloosterkerk fuga's van Bach.
Dan staan Heisenberg en Bohr -nog steeds in het Hiernamaals(!)- tegenover elkaar, zoals in Kopenhagen 1941, maar nu na de bom op Hiroshima. Maar het zou ook vandaag kunnen zijn. De vraag was en is:
'Heb je als natuurkundige het morele recht om te werken aan de praktische exploitatie van atoomenergie?'
'De grote botsing', zegt Margrethe. Dit was en is de cruciale vraag naar leven en dood. Als zij alle drie oog in oog staan met de bom, halen zij herinneringen op. Is alles voor niets geweest? 'Voordat we een glimp opvangen van wie of wat we zijn, zijn we dood en tot stof vergaan'.Hebben wij het morele recht de atoombom toe te laten? Deze vraag valt zwaar op ons, toeschouwers, neer, evenals de grote, lichtgevende koepel, tot slot als een paddestoel het mooie, blinkend witte toneelbeeld bedekt.
Het Hiernamaals wordt heden.
Het antwoord van het publiek ontlaadt zich in een daverend applaus.Els Wiertz-Boudewijn (Gendt)
N.B. 'Kopenhagen' wordt niet meer gespeeld (zie speellijst in Vredeskoerier 9-1999), maar er is een kans dat het op het Theaterfestival 2000 in juni hernomen wordt.