Briefing over Nederlandse berichtgeving kernwapens
Werkgroep Eurobom/PENN-NL
Utrecht, 13 okt 2004 - De berichtgeving over kernwapengerelateerde ontwikkelingen in de Nederlandse media is gebrekkig en eenzijdig. Aan de hand van berichten en opinieartikelen over de periode 15 september 7 oktober 2004 hebben we een commentaar geschreven om de aandacht te vestigen op wat er zoal ontbreekt dan wel eenzijdig belicht wordt. De behandelde onderwerpen zijn:
Iran/Israël, Pakistan en nucleaire proliferatie, Irak, Amerikaans nucleair beleid, kernwapens in Nederland. Hieronder volgt slechts het commentaar: de volledige teksten van de berichten en dit commentaar zijn te vinden op www.eurobomb.nl onder ‘publicaties’. De bedoeling is om de Nederlandse berichtgeving de komende maanden nauwgezet te volgen en te verbeteren waar nodig.Informatie: Karel Koster 06 1322 3359
COMMENTAAR BIJ BERICHTGEVING OVER KERNWAPENGERELATEERDE ZAKEN IN DE NEDERLANDSE PERS
15 september 7 oktober 2004Iran
Veel aandacht in de media van de afgelopen weken gaat uit naar Iran, waarvan het nucleaire programma uitgebreid aan de orde was tijdens de vergaderingen van de IAEA. Trouw schrijft op 15 september in het artikel ‘Verrijking uranium door Iran wekt wantrouwen’:
‘Iran is weer begonnen met de verrijking van uranium, ondanks afspraken met het internationaal atoomagentschap IAEA dat voorlopig niet te doen.’ Iran beloofde eind vorig jaar inderdaad, na een eerder afspraak met Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, op vrijwillige basis uraniumverrijking voorlopig op te schorten, daarbij werd echter geen tijdsperiode genoemd. Bovendien had Iran op 15 september naar eigen zeggen het verrijken zelf nog niet hervat, wel werd aangekondigd dat dit op korte termijn (enkele maanden) zou gaan gebeuren.Henk Müller schreef in de Volkskrant van 15 september in het artikel ‘Ayatollah sust: islam verbiedt kernbom’:
‘Voor de regering-Bush was de angst dat Saddam Hussein massavernietigingswapens in handen zou krijgen een van de voornaamste redenen Irak binnen te vallen. Het idee dat de Iraanse ayatollahs straks atoomwapens kunnen inzetten, is voor de VS al even onacceptabel.’ Met alles wat inmiddels naar buiten gekomen is over de inlichtingen over Iraakse massavernietigingswapens en het feit dat er nog altijd niets gevonden is wat op het bestaan van zulke wapens wijst, kan toch moeilijk worden volgehouden dat angst hiervoor een van de werkelijke redenen was om Irak binnen te vallen. Het is dan ook niet voor niets dat het blad Defense News op 20 september meldde dat de Europese Unie alleen harde bewijzen van het IAEA dat Iran kernwapens ontwikkelt zal accepteren als basis voor maatregelen door de Veiligheidsraad en geen genoegen zal nemen met beweringen vanuit de Verenigde Staten. Een official van de IAEA zei: “The IAEA has been telling the United States for over a year that there is no evidence against Iran, but the Americans do not want to listen.” Verderop in het artikel van Müller staat: ‘Maar ook Europa begint zijn geduld te verliezen met Iran, dat vorige week moest toegeven wat een IAEA-rapport aan het licht bracht: het is van plan meer dan veertig ton ruwe uranium om te zetten in uraniumhexafluoride, de grondstof die wordt gebruikt bij de verrijking van uranium door middel van centrifugering. Dat kan voor de productie van kernwapens worden gebruikt.’ Het klopt dat verrijkt uranium voor kernwapenproductie kan worden gebruikt, maar het zou correct geweest zijn ook te vermelden dat het daarnaast ook gebruikt kan worden voor de productie van kernenergie. Tenslotte staat in het zelfde artikel nog:
‘Sommige Israëlische militairen spreken al openlijk van de noodzaak van 'preventief ingrijpen' voordat Iran de 'Grote Satan' (de VS) en de 'Kleine Satan' (Israël) kan bedreigen, of kernwapens aan terreurbewegingen als Hezbollah kan leveren.’
Behalve dat er zoals al gezegd geen enkel bewijs is dat Iran daadwerkelijk bezig is met het ontwikkelen van kernwapens, zou het correct zijn geweest te vermelden dat Israël zelf over kernwapens beschikt, iets wat wel is bewezen, en, in tegenstelling tot Iran, geen ondertekenaar van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) is.In het NRC Handelsblad van 16 september schreef Karel Knip in het overigens genuanceerde artikel ‘Duurzaam wantrouwen jegens Iran’:
‘In de omgeving van sommige gascentrifuges werden sporen gevonden van uranium dat verder was verrijkt dan gangbaar in een civiel programma. En opeens doken blauwdrukken, en later zelfs onderdelen, op van centrifuges die veel geavanceerder waren dan de ouderwetse P-1 centrifuges die in de oktoberverklaring waren genoemd. Het werd duidelijk dat deze door de kring rond de Pakistaanse atoomgeleerde A.Q. Khan geleverd waren. Khan had ook geleverd aan Libië en dat had er een militair programma mee ingericht.’ Interessante informatie hierbij is dat de technologische kennis voor deze centrifuges door Khan voornamelijk werd opgedaan bij de uraniumverrijkingsfabriek Urenco in het Nederlandse Almelo. In de jaren ’70 vertrok Khan met deze kennis naar Pakistan, waar het ondermeer de basis vormde voor de ontwikkeling van de Pakistaanse atoombom.
In de Volkskrant van 17 september staat in het artikel ‘VS: Iran test weer, maar IAEA zwijgt’:
‘Amerikaanse en Europese onderhandelaars bij het IAEA willen Iran berispen, omdat het land zich tegen de afspraken in bezighoudt met het verrijken van uranium.
De onderhandelaars willen dat Teheran de vermoedens ontzenuwd als dat Iran bezig is met de ontwikkeling van atoomwapens. De VS willen, met Europese steun, de kwestie-Iran voor de VN-Veiligheidsraad brengen als Iran niet stopt met het verrijken van uranium.’
Zoals al eerder vermeld is dit een onvolledige weergave van zaken. Iran beloofde eind 2003 op vrijwillige basis voorlopig geen uranium te verrijken, maar daarbij werd geen tijdsperiode genoemd. Bovendien is het onder het NPV niet verboden uranium te verrijken.
Daarnaast past er, blijkens het al eerder genoemde artikel in Defense News van 20 september en andere berichtgeving, enige nuancering bij de Europese steun aan de VS. Ook heeft de IAEA meerdere malen gezegd dat, hoewel ook niet met zekerheid gezegd kan worden dat Iran geen kernwapenprogramma heeft, er geen enkel bewijs is dat er wel van zo’n programma sprake is.Het artikel ‘WAT bewijzen satellietfoto’s over Iran?’ in Trouw van 17 september wordt gelukkig de volgende dag in dezelfde krant in het artikel ‘IAEA ziet geen nucleaire activiteit op locatie Iran’ al genuanceerd. In tegenstelling tot wat de Verenigde Staten daarover beweren, is er volgens de IAEA geen enkele aanwijzing dat het bij het Parchin-complex in Iran om nucleaire activiteiten gaat. Ook blijkt dat Iran volgens eigen zeggen wel degelijk medewerking wil verlenen aan een bezoek van de IAEA aan Parchin, maar een verzoek hiertoe is, in tegenstelling tot wat in het artikel van 17 september werd beweerd, nog niet uitgegaan.
De Telegraaf van 20 september gaat in het korte bericht ‘Iran gaat door met het verrijken van uranium’ wel heel kort door de bocht als gesteld wordt: ‘Gevreesd wordt dat Iran kernwapens wil fabriceren.’
Daarbij wordt volledig voorbij gegaan aan diverse uitspraken van de IAEA, waaruit duidelijk wordt dat er geen enkel bewijs bestaat voor een mogelijk Iraans kernwapenprogramma. Zoals in het artikel ‘Teheran botst hard met atoomagentschap’ in de Volkskrant van dezelfde dag bijvoorbeeld wel te lezen staat, heeft het hoofd van de IAEA ElBaradei verklaart dat hij er niet van overtuigd is dat Iran een bedreiging vormt. De oproep om uraniumverrijking voorlopig te stoppen is er slechts op gericht volledige duidelijkheid te krijgen dat Iran inderdaad alleen nucleaire activiteiten voor vreedzame doeleinden ontplooit.In het artikel ‘Israël wapent zich tegen Iran’, in de Telegraaf van 22 september, staat:
‘Iran staat onder grote internationale druk om te stoppen met plannen tot het verrijken van uranium. Verrijkt uranium wordt gebruikt bij de fabricatie van atoombommen.’
Het klopt dat verrijkt uranium voor kernwapenproductie kan worden gebruikt, maar het zou correct geweest zijn ook te vermelden dat het daarnaast ook gebruikt kan worden voor de productie van kernenergie. Hetzelfde geldt ook voor de artikelen ‘Iran begint met proeven’ in Trouw en ‘Iran werkt verder aan kernprogram’ in de Provinciale Zeeuwsche Courant van dezelfde dag, waarin eveneens alleen over verrijkt uranium als basis voor kernwapens gesproken wordt.
Daarnaast wordt ook in het artikel in de Telegraaf weer niet genoemd dat Israël zelf, bewezen, over kernwapens beschikt en bovendien geen ondertekenaar is van het Non Proliferatie Verdrag. Het zou juister geweest zijn dit wel te vermelden. Hetzelfde geldt voor de artikelen ‘Iran negeert oproep VN en neemt proeven met uranium’ in de Volkskrant en ‘’Slimme’ bommen voor Israël’ van Joop Meijers in het Algemeen Dagblad van dezelfde dag. Dat laatste artikel gaat naast deze omissie bovendien de fout in, wanneer er staat:
‘Een deel van de levering bestaat uit 500 zogeheten 'bunkerbusters', 1000 kilo wegende bommen waarmee onder meer Iraanse ondergrondse opslagplaatsen van nucleaire wapens kunnen worden opgeblazen.’
Het bestaan van ondergrondse opslagplaatsen van nucleaire wapens in Iran is namelijk op geen enkele wijze bewezen. Correcter is het dat er gespeculeerd wordt over een Israëlische aanval op Iraanse uraniumverrijkingsinstallaties, zoals verderop in het artikel genoemd wordt.In het Parool van 22 september staat in het artikel ‘Khatami: we gaan door met vreedzaam programma; VS, EU en Rusland tegen, Israël waarschuwt’:
‘In het Westen is de algemene opinie dat de Iraanse diplomatie tijd wil winnen om nucleaire wapens te ontwikkelen. Volgens een Amerikaanse schatting heeft het land daarvoor nog een tot vier jaar nodig. De VS hebben vorig jaar Irak bezet uit vrees voor Iraakse massavernietigingswapens.’
Met alles wat inmiddels naar buiten gekomen is over de inlichtingen over Iraakse massavernietigingswapens en het feit dat er nog altijd niets gevonden is wat op het bestaan van zulke wapens wijst, kan toch moeilijk worden volgehouden dat angst hiervoor een van de werkelijke redenen was om Irak binnen te vallen. De bewering dat er sprake is van een algemene opinie in het westen dat Iran kernwapens gaat ontwikkelen, wordt bovendien ondergraven door onder meer een bericht in het blad Defense News op 20 september waarin gemeld werd dat de Europese Unie alleen harde bewijzen van het IAEA dat Iran kernwapens ontwikkelt zal accepteren als basis voor maatregelen door de Veiligheidsraad en geen genoegen zal nemen met beweringen vanuit de Verenigde Staten. Een official van de IAEA zei: “The IAEA has been telling the United States for over a year that there is no evidence against Iran, but the Americans do not want to listen.”
Ook in dit artikel ontbreekt bij het noemen van de bommenaankoop door Israël weer dat Israël zelf over kernwapens beschikt. Daarnaast wordt geschreven:
‘In 1981 hebben Israëlische jachtbommenwerpers een Iraakse nucleaire reactor vernield, toen Saddam Hoessein dichtbij de vervaardiging van een atoombom was.’
Er bestaat geen enkel bewijs dat Irak op dat moment dicht bij de vervaardiging van een atoombom was. In januari 1981 had IAEA de bewuste reactor in Osiraq nog bezocht en gerapporteerd dat er geen aanwijzingen voor kernwapenproductie waren. De Israëlische aanval werd door de Veiligheidsraad veroordeeld als een daad van agressie en kon wereldwijd op veel kritiek rekenen.In de Volkskrant van 28 september staat onder de titel ‘Oorlogen voor idealen kunnen heel lang duren’ een interview van Bert Lanting en Martin Sommer met Robert Cooper, de hoogste Europese ambtenaar van Buitenlandse Zaken. Daarin ondermeer:
‘Het volgende probleem dient zich alweer aan in de vorm van Iran. De ayatollahs weigeren hun nucleaire progamma te laten controleren. 'Hoe meer regeringen kernwapens hebben, hoe groter het risico. Als andere landen geloven dat Iran kernwapens gaat gebruiken, ontstaat een regionale wapenwedloop. Stel je voor, met Egypte en Saudi-Arabië, dan heb je kernwapens in het meest instabiele deel van de wereld.'’
Het klopt dat er onduidelijkheid bestaat over aspecten van het Iraanse nucleaire programma, maar Iran staat controle in de vorm van inspecties door de IAEA vooralsnog echter wel degelijk toe. Daarnaast ontbreekt ook hier weer het feit dat er al kernwapens in het Midden-Oosten zijn, namelijk die van Israël.Bert Stellweg schrijft in het, overigens behoorlijk tendentieuze, artikel ‘Confrontatie VS-Iran komt steeds dichterbij’ in het Algemeen Dagblad van 29 september:
‘Iran streeft naar het bezit van kernwapens en sponsort terroristen. Precies dezelfde aantijgingen aan het adres van Irak waren voldoende reden voor een veldtocht.
De beschuldigingen tegen Teheran snijden meer hout. In tegenstelling tot wat destijds met Irak het geval was, staat vast dat Iran bezig is een nucleaire technologie te ontwikkelen die kan leiden tot het bezit van een atoombom.’
Op dit moment is er echter nog geen enkel bewijs dat Iran het bezit van kernwapens nastreeft, zoals ook de IAEA al meerdere malen heeft verklaard. Het klopt dat Iran bezig is technologie te ontwikkelen die, naast gebruik voor produktie van kernenergie, ook voor het ontwikkelen van kernwapens kan worden gebruikt, maar deze technologie is ook in gebruik bij enige tientallen andere landen, waaronder bijvoorbeeld ook Nederland. En verder in hetzelfde artikel:
‘Nu beweert Iran dat zijn nucleaire activiteiten vreedzaam zijn. Waarom heeft het die activiteiten dan 18 jaar lang verzwegen. En waarvoor heeft het kernenergie nodig, als het al zo veel olie heeft? Het IAEA, de nucleaire waakhond van de VN, heeft Teheran een ultimatum gesteld. Als het voor 25 november niet alle twijfels heeft weggenomen over zijn nucleaire programma, wordt de kwestie doorgespeeld naar de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die Iran economische sancties kan opleggen.’
Wat er ook gezegd kan worden over de aanwezigheid van olie in Iran, het is een feit dat elk land het recht heeft zich bezig te houden met vreedzame nucleaire activiteiten. Sterker nog, het Non-Proliferatie Verdrag, waar Iran ondertekenaar van is, is juist bedoeld om naast het tegengaan van proliferatie van kernwapens vreedzame nucleaire activiteiten te stimuleren. Dat deze dubbele houding soms tot onduidelijke situaties kan leiden, en een herziening van het verdrag misschien een logische keuze zou kunnen zijn, doet aan de strekking van de huidige tekst niets af.
De bewering dat de kwestie-Iran automatisch door de IAEA naar de Veiligheidsraad wordt doorverwezen wanneer er op 25 november geen volledige duidelijkheid over het nucleaire programma is, klopt niet. De Board of Governors van de IAEA kan inderdaad besluiten dit te doen, maar dat staat zeker nog niet vast.In een tamelijk kritiekloos opgeschreven gesprek met Danny Yatom, oud-directeur van de Mossad, tekent Frans Peeters in het artikel ‘Iraans en Syrisch gevaar’ in het Parool van 2 oktober uit de mond van Yatom op: ‘Het zijn juist die ayatollah's die nu proberen nu een arsenaal van onconventionele wapens op te bouwen.’
Vooralsnog is het echter onduidelijk of Iran kernwapens probeert te ontwikkelen. In ieder geval is er geen bewijs voor. Ook andere beweringen in dit stuk zijn louter gebaseerd op speculatie. Zo staat er bijvoorbeeld: ‘The Sunday Times beweert dat Syrië ultracentrifuges heeft om uranium te verrijken. En dat president Assad een ruil heeft voorgesteld aan Iran: de Iraakse atoomgeleerden die na de Amerikaanse invasie naar Syrië zijn gevlucht, zouden naar Iran kunnen om dat land te helpen bij zijn pogingen een atoombom te construeren. In ruil daarvoor zou Syrië de Iraanse kennis van de bom krijgen.
"Ik ken dat artikel niet, maar het zou me niet verbazen. Syrië streeft naar een 'strategisch evenwicht' met Israël. Met hun luchtmacht is dat nooit gelukt. Die is steeds inferieur geweest aan de Israëlische. Daarom hebben ze een vloot van raketten aangeschaft. Plus een erg effectief luchtafweersysteem. Dat zal ons nog veel hoofdpijn bezorgen."’
Een paar dagen later wordt door ElBaradei, directeur-generaal van de IAEA, juist gezegd dat in de toekomst mogelijk enkele landen in het Midden-Oosten over kernwapens zullen kunnen beschikken, maar dat Syrië niet één van die landen is. Daarnaast sloot Syrië op 22 september een handelsakkoord met de EU, waarvoor expliciet vastgelegd is dat Syrië niet zal meewerken aan proliferatie van technologie voor het maken van kernwapens.
Tenslotte is het vreemd dat in het hele artikel met geen woord gerept wordt over de Israëlische kernwapens.In de Metro van 7 oktober staat een heel kort artikeltje:
‘Iran is een week geleden onder toezicht van het Internationaal Atoomenergie Agentschap begonnen met het opwerken van uranium, waarna het kan worden gebruikt voor een atoombom.’
Zo opgeschreven gaat dat wel heel kort door de bocht. Op z’n minst wordt de suggestie gewerkt dat Iran, onder het toeziend oog van de IAEA, bezig is met het ontwikkelen van een atoombom. Volgens Iran zelf is de weer gestarte uraniumverrijking enkel bedoeld voor vreedzame nucleaire activiteiten en vooralsnog zijn er geen bewijzen van het tegendeel, hoewel daar inderdaad twijfels over zijn. Dat de verrijking onder toezicht van het IAEA gebeurt, zou juist een garantie in kunnen houden dat er controle op de toepassing plaatsvindt. In het artikel ‘Iran begonnen met opwerken uranium’ in De Stentor van 6 oktober komen deze aspecten wel naar voren. Overigens klopt van dat artikel de kop niet, opwerking is iets heel anders dan verrijking.Pakistan en nucleaire proliferatie
In veel media ook aandacht voor het bezoek van President Musharraf van Pakistan aan Nederland. In de meeste uitgebreidere artikelen wordt ook aandacht besteed aan het Pakistaanse kernwapenarsenaal en aan de dit jaar naar buiten gekomen proliferatie van nucleaire kennis en technologie die jarenlang vanuit Pakistan heeft plaatsgevonden, onder hoede van A.Q. Khan, die zijn kennis in de jaren ’70 opdeed bij de uraniumverrijkingsfabriek Urenco in Almelo.
In een door Bertjan ter Braak en Hans Kuitert opgetekend interview met Musharraf in de Telegraaf van 27 september, staat hierover:
‘Kans op een herhaling van dit spionagedrama acht Musharraf uitgesloten. Terwijl hij de hotelsuite al had verlaten, achtte hij het toch nodig om terug te keren en te bezweren dat de Pakistaanse nucleaire geheimen en installaties nu onder directe controle staan van de regering. Ten tijde van Khans activiteiten was het kernwapenprogramma alleen bekend aan een zeer selecte groep militaire leiders.’
Onduidelijkheid hierover is groot, maar veel deskundigen twijfelen ten zeerste aan de bewering dat de Pakistaanse regering helemaal niet op de hoogte zou zijn geweest van de uitvoer van kernwapenkennis en technologie. In de artikelen ‘Zalm feliciteert Musharraf met liquidatie van terrorist’ in de Provinciale Zeeuwsche Courant van 28 september en ‘Lof van Zalm voor moordaanslag’ in het Eindhovens Dagblad van dezelfde dag, staat:
‘Op de vraag waarom Khan als straf slechts zijn excuses hoefde aan te bieden, zei Musharraf: „Deze man heeft ons land een slechte naam bezorgd en onze veiligheid in gevaar gebracht, maar in Pakistan is hij een held.“ Om er direct aan toe te voegen: „Niet helemaal zonder de hulp van uw land.“ Daarmee refererend aan Khans Nederlandse handlanger en studievriend.’
Dat Khan zijn kennis grotendeels opdeed bij Urenco in Almelo, en dat waarschuwingen over zijn activiteiten door de overheid in de wind geslagen werden, ontbreekt in dit artikel. Wel wordt terecht verwezen naar de activiteiten van een Nederlandse vriend van Khan, Henk S., die nog lang het vertrek van Khan naar Pakistan voor kernwapenproductie bedoelde onderdelen naar Pakistan bleef leveren. Op dit moment loopt voor enkele van deze leveranties nog een rechtszaak tegen hem.In een interview met Twee Vandaag op 28 september beweert Musharraf: ‘Even the United States is against it [Non-Proliferatie Verdrag, red.]’ Dit klopt natuurlijk niet, de Verenigde Staten zijn partij bij dit verdrag en hebben zich er nooit tegen verklaard. Helaas laat de interviewer deze bewering passeren zonder hier verder op in te gaan.
Daarnaast is het opmerkelijk dat er, in datzelfde interview, niet aan Musharraf gevraagd wordt wat die dreiging dan inhoudt, wanneer hij er steeds op hamert dat Pakistan wel over kernwapens moet beschikken, en het arsenaal moet verbeteren en uitbreiden, vanwege de grote dreiging waaraan het land bloot staat.NRC Handelsblad schrijft in het artikel ‘IAEA mag niet praten met Khan’ op 1 oktober:
‘De geleerde heeft nucleaire technologie aan landen als Libië, Iran en Noord-Korea verkocht, en zou de spil zijn in een internationale smokkelnetwerk.’
Ook in dit artikel ontbreekt het feit dat Khan zijn kennis grotendeels opdeed bij Urenco in Almelo.Irak
In het ANP-bericht ‘Zalm: geen excuses voor ingrijpen Irak’ van 29 september staat:
‘Zalm benadrukte dat voor Nederland het schenden door Irak van VN-resoluties over het toelaten van wapencontroleurs de belangrijkste reden was het militaire ingrijpen politiek te steunen. Ons land beschikte over te weinig eigen bronnen om de gegevens van de internationale inlichtingendiensten te controleren, aldus Zalm.’
Deze uitlatingen van minister Zalm zijn in flagrante tegenspraak met twee beweringen. In de eerste plaats verklaarde de Nederlandse regering voordat de oorlog tegen Irak begon dat alleen de aanwezigheid van massavernietigingswapens voldoende reden zou zijn om een oorlog te beginnen. Het niet-voldoen aan Veiligheidsraadsresoluties is een reden die pas later, toen bleek dat er geen massavernietigingswapens in Irak gevonden werden, naar voren werd gebracht.
Ten tweede is tot nu toe steeds door de regering volgehouden dat besluiten vooral waren gebaseerd op een eigenstandige analyse van de Nederlandse inlichtingendiensten, die daarvoor ook over voldoende bronnen zouden beschikken.Amerikaans nucleair beleid
In het artikel ‘Bush en Kerry over Kyoto, stamcel en kernwapen’ in Trouw van 17 september staat:
‘De president heeft het oude Star Wars van zijn voorganger Reagan weer van stal gehaald en wil zo snel mogelijk een verdediging tegen ballistische raketten. Kerry wil dat ook wel, maar denkt dat de techniek daar op dit moment niet toe in staat is en onderzoek derhalve weggegooid geld.’ Dit gaat een beetje kort door de bocht, want Kerry heeft meermalen aangegeven voorstander te zijn van een raketverdedigingssysteem. Hij wil onderzoek ook doorzetten, maar ziet niets in een overhaast operationeel maken, zoals die door de regering-Bush wordt doorgevoerd. De New York Times somt in een door het NRC Handelsblad (20 september) in de rubriek ‘Persstemmen over…’ overgenomen artikel een hele lijst van bedreigende ontwikkelingen rond kernwapens op. Hierbij wordt echter geheel voorbij gegaan aan de zorgelijke ontwikkelingen in het Amerikaanse kernwapenbeleid, zoals de ontwikkeling van nieuwe kernwapens (mini-nukes en bunker busters), waarvan de inzetbaarheid veel groter zal zijn dan de huidige ‘grotere’ kernwapens, en de verschuivingen in de nucleaire doctrine, waardoor veel sneller de inzet van kernwapens, ook in preemptieve zin, overwogen zal worden.Uit hetzelfde artikel:
‘In februari heeft hij [President Bush, red.] terecht opgeroepen tot striktere controle op de productie van splijtstof wat door verschillende landen wordt gebruikt om delen van een bom te produceren.’ Dit mag zo zijn, de Verenigde Staten hebben recentelijk aangegeven dat ze niets zien in het opnemen van verificatiemechanismen in het zogenaamde Fissile Material Cut-off Treaty (FMCT), dat sterk gesteund wordt door Nederland, maar waarvoord de onderhandelingen vastgelopen zijn. Zonder verificatiemechanismen blijft zo’n verdrag natuurlijk niet meer dan een intentieverklaring waarbij geen effectieve controle plaats kan vinden.In hetzelfde artikel wordt ook geschreven:
‘Er is nog maar weinig tijd om [Iran en Noord-Korea] ervan te weerhouden om het nuclaire pad te betreden.’ en ‘Iedereen met nucleaire ambities heeft nu geleerd de beginfase van een kernwapenprogram te verhullen als onderdeel van een programma voor civiele kernenergie; een truc die Iran onlangs gebruikte.’
Voor Noord-Korea geldt inderdaad dat het openlijk het bezit van kernwapens nastreeft, en mogelijk al over kernwapens beschikt. Voor Iran is dit echter niet het geval, zoals al eerder vermeld is er vooralsnog geen enkel bewijs dat Iran de ontwikkeling van kernwapens als doel heeft van de nucleaire activiteiten.
Verder staat in dit artikel ook nog:
‘Het wapenbeheersingsakkoord dat Bush en president Poetin in 2002 hebben gesloten, bepaalt dat de meeste kernkoppen in 2012 ontmanteld moeten zijn, meer eerdere ontmantelingen zijn niet vereist.’
Dit klopt op zich, maar het is zelfs zo dat de bewuste kernkoppen in reserve geplaatst mogen worden, van waaruit ze binnen afzienbare tijd weer in actieve dienst genomen kunnen worden.Kernwapens in Nederland
In het al eerder genoemde interview met President Musharraf van Pakistan in het tv-programma Twee Vandaag van 28 september zegt de interviewer:
‘We don’t have nuclear weapons.’
‘We’ slaat hierbij op Nederland. Hoewel het formeel gezien juist is dat Nederland geen kernwapens heeft, liggen er wel Amerikaanse kernwapens opgeslagen op de luchtmachtbasis Volkel in Noord-Brabant. Nederlandse F16-piloten worden opgeleid deze kernwapens te kunnen inzetten en bij inzet zullen ze dan ook aan Nederlandse piloten worden overgedragen. In die zin heeft Nederland wel degelijk ook de mogelijkheid over kernwapens te beschikken.
_____
menu | dDH