Manifestatie 'Alle kernwapens de wereld uit, te beginnen uit Volkel', zondag 1 oktober 2000
Column van Karel Glastra van Loon
“Ik moest er daarnet opeens aan denken dat ik begin jaren 80 met een button opliep waarop stond; “stel je voor er komt oorlog en niemand gaat er naar toe”.
De laatste jaren dacht ik vaak: stel je voor er komt oorlog en niemand die het nog een fuck intersesseert. Volgens mij is dat het ergste wat onze samenleving bedreigt; onverschilligheid”.
Daar gaat de kollum over:
In Armenië zag ik een meisje op een bed. Heel soms denk ik nog aan haar. Ze was een jaar of acht, maar had de ogen van een oude vrouw. Heel soms zie ik die ogen weer. Ze hadden foto’s van haar gemaakt. Röntgenfoto's van een kinderlijfje. Een kinderlijfje vol scherven. Had haar broertje maar niet met die granaat gespeeld. Het was oorlog in Armenië, dan gebeuren zulke dingen. Oorlog is tenslotte geen kinderspel. Er is geen wet en geen verdrag dat het gebruik van granaten verbiedt. Granaten zijn geen misdaad tegen de menselijkheid. Soms denk ik daarover na. De spelregels van oorlog zijn niet eenvoudig. Chemische wapens mogen niet, clusterbommen mogen wél. Irak mag geen atoomwapens hebben, en de Fiji-eilanden trouwens ook niet. Maar Amerika weer wél. En Rusland, China, Frankrijk ook - of misschien toch niet. Mag Nederland kernwapens hebben - heeft Nederland kernwapens? Waarom is op eenvoudige vragen vaak zo moeilijk antwoord te geven. Omdat oorlog geen kinderspel is - zeggen ze. In de woestijn van Koeweit heb ik twee lijken zien liggen vlak naast elkaar. Nooit heb ik zo’n weerzinwekkende lucht geroken. Heel soms, heel soms denk ik daar nog wel eens aan. De Golfoorlog was een schone oorlog. Hoe moet een vuile oorlog dan wel ruiken? Er is veel aan oorlog dat onvoorstelbaar is. Hoe het geroken moet hebben in Hiroshima, bijvoorbeeld, toen daar 140.000 mensen de dood vonden. Hoe het moet zijn als vanaf een kleine onbeduidende luchtmachtbasis in een klein en onbeduidend land een vliegtuig opstijgt met aan boord een bom die 8 x sterker is dan die van Hiroshima. Of hoe het is om als meisje van acht te zien hoe je broertje voor je ogen wordt opgeblazen, door een blindganger. Er is veel aan oorlog dat onbegrijpelijk is - en soms denk ik dat dat sommige mensen wel goed uitkomt. Er is ook veel aan oorlog dat ik niet begrijpen wil. Maar 1 ding begrijp ik heel goed: dat de onverschilligen in een oorlog altijd medeplichtig zijn.
Karel Glastra van Loon