Manifestatie 'Alle kernwapens de wereld uit, te beginnen uit Volkel', zondag 1 oktober 2000
Column van Diana Ozon
Mag ik mij even voorstellen: ik ben dichteres. Mijn werk is doortrokken van oorlog. Regelmatig trekken er strophen met soldaten voorbij. Aan de horizon van mijn poëzie stralen de paddestoelen van atoombommen. Onder de lyriek van mijn steden liggen schuilkelders. De derde wereldoorlog heb ik al vele malen doorleefd en beschreven. Het fenomeen tweede generatie is mij niet vreemd en ik behoed mijzelf voor het verschijnen van een derde generatie. Met punk hoopte ik in 1977 voorgoed de restanten van oorlog af te breken: de mensheid moest zichzelf maar opheffen. We waren opgegroeid als troost tegen de vernietiging die had plaatsgevonden. De volwassen jongeren tijdens mijn kinderjaren zouden de wereld schonen van geweld met Peace en Ban De Bom. Ondertussen woedde Vietnam en bouwde een Dokter Strangelove die liefde vreemd was aan de Neutronenbom. De jaren gingen voorbij, ik deed eindexamen terwijl de wereld voort etterde: er was geen toekomst. Oude hippies en atoomopa's ontwikkelden Hollanditis en iedere scholier plakte 'neutronenbommenstickers' op de schooltas. Ik drukte posters met Drop De Neutronenbom en gelijknamige buttons en stickers tegen zoveel eensgezindheid. Wat zeurden ze nou: met een beetje geluk kon het einde van een beschaving worden meegemaakt. Iedere conservatieve koudeoorlogfiguur bleek zo fel tegen deze punkoplossing dat terstond een linkse antikernwapenhandtekeningenlijstleurder werd aangeklampt om te signeren tegen de bom! En je kon toen ook overal tekenen: in elk beetje winkelstraat liepen handtekeningenjagers die mensen aanschoten alsof het een gratis internetaanbieding betrof. Dat was kortweg de Hollanditis, die een half miljoen brave burgers tegen kruisraketten naar het Binnenhof lokte. De collectieve 'government suicide' ging niet door. Groot was mijn verbazing dat er in de oorlog in Kosovo ineens kruisraketten uit Nederland werden ingezet. Ze waren er dus toch, maar niet voorzien van kernkoppen. Die bleken thuis gedeactiveerd op de plank te liggen in Volkel. Goed, wat niet is kan nog komen: de tijdens mijn reis door, toenmalig vakantieland, Joegoslavië in mijn dichtbundel Hup De Zee genoteerde kernoorlog die aldaar in de prachtige natuur zal plaatsvinden... Er is nog hoop voor No Future in Europa. En dan gaat een stel vooruitstrevende Belgische schrijvers ineens burgerinspectie houden bij de NATO en verklapt dat daar nucleair vuurwerk ligt opgeslagen. Weg is de verrassing van de millenniumklapper. De Nederlandse actievelingen kunnen moeilijk achter blijven en vragen mij 1 oktober, bij de militaire basis Volkel mijn gedichten te komen voordragen. Verraad aan de oude anti-idealen! Heulen met de, inmiddels door hemzelf verworpen als verouderde, stellingname van Wim Kok zou het zijn. Nee, ik ga als schrijftafelrevolutionair nog wat toekomstvoorspellingen typen op mijn door kerncentrales aangedreven computer en geniet tussendoor van de prachtige kleurenfoto van het kokende atol Mururoa aan de muur. Razend gedreun klinkt door de lucht. Als ik opkijk door het raam zie ik een laag overvliegende charterboeing in de onbenullige wolkenlucht. Geen atoompaddestoel te bekennen. Er zit werkelijk geen schot in de zaak. Straks houden ze die bommen nog tegen...
Diana Ozon
Column uit Ravage September 1999