|
| de vredessite / midden-oosten 2011 |
Opmerkingen Kerk en Vrede over de artikel 100-brief
Door Jan Schaake
31 maart 2011 - In het grondwetartikel 100 staat dat de regering de Tweede Kamer moet inlichten over de inzet van militairen voor de 'handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde'.
Op 30 maart stuurde de regering daarom een 'artikel-100 brief' (PDF in nieuw venster) naar de Tweede Kamer over de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-actie in Libië, waarover op 31 maart gedebatteerd werd.
- De brief sluit Nederlandse bombardementen nadrukkelijk uit. Dat is
winst, maar het werpt wel de vraag op wat de zin eigenlijk is van een
air-to-air missie als de Libisch luchtmacht al zo’n beetje buiten werking
is gesteld. Het lijkt toch veel op “politieke steun” voor een missie die
“we” niet zouden willen met militaire middelen voor onderdelen die “we”
wel willen. Het Nederlandse tankvliegtuig zal overigens ook straaljagers
bijtanken die wel bombarderen.
- “onze” doelstelling mag wel zijn dat het alleen om burgerbescherming
gaat, we werken samen met partners die wel degelijk de verwijdering van
Kadhafi als doelstelling noemen en de eerste paragraaf van de bijlage rept
ook vooral over de vorderingen van opstandelingen en niet over de vraag
hoe ver het staat met de doelstellingen als burgerbescherming, garantie
no-fly-zone en naleving wapenembargo. Ook de uitspraak dat voor Kadhafi
geen toekomstige rol in Libië is weggelegd staat op gespannen voet met de
opmerking dat regime change niet het doel van de operatie is.
- In de bijlage wordt ook veel aandacht besteed aan de humanitaire hulp
en hulp bij opbouw van een rechtstaat, maar wat de bijdrage van Nederland
daaraan zal zijn wordt volstrekt in het midden gelaten. Kennelijk zien
“we” daar geen rol voor “ons” weggelegd. Enkel een toch tamelijke
symbolische militaire bijdrage.
- Opmerkelijk is dat de NAVO-landen die deelnemen aan deze operatie
allemaal deel uitmaken van de “oude NAVO”. Geen enkel Middeneuropees land
doet mee. Dat maakt verder niets uit voor de missie, maar het laat iets
zien over de scheidslijnen en nauwelijks aanwezige eenheid binnen de NAVO.
Dit is des te opmerkelijker omdat de Arabische Lente veelal wordt
vergeleken met de omwenteling (Wende) die in 1989 in Midden-Europa
plaatsvond. Kennelijk leert juist deze ervaring de Middeneuropese landen
zo’n revolte niet met NAVO-middelen ondersteund kan worden.
- De NAVO wil een strikt wapenembargo handhaven (ook als het leveringen
aan de Libische oppositie betreft); de VS en het VK willen wapens leveren
aan die oppositie. Gaan Nederlandse straaljagers nu voorkomen dat de VS en
het VK wapens leveren aan de Libische oppositie?
- Verder zij opgemerkt dat de Europese Unie de afgelopen maanden heeft
aangetoond zo sterk intern verdeeld te zijn dat zij wederom geen tijdig
politiek-diplomatiek initiatief kon nemen en dat vervolgens, net als
twintig jaar geleden in de oorlog in Joegoslavië, compenseert met een
gezamenlijk met de Verenigde Staten uit te voeren militair offensief. De
les die daar indertijd uit werd getrokken om tot een Europees Gezamenlijk
Buitenlands en VeiligheidsBeleid te komen heeft nog maar bitter weinig
opgeleverd en blijkt ook in de praktijk vooral een militair karakter te
hebben gekregen.
- De VN-resolutie geldt duidelijk alleen als legitimatie van de militaire
interventie. De VN en ook de Afrikaanse Unie kwamen na de resolutie
volstrekt buiten spel te staan in hun oproepen om tot onderhandelingen te
komen.
terug/back
| de vredessite / midden-oosten 2011 |
|