menu
spacer
 
| de vredessite / nieuwe oorlog 2007 |
 
 
 
Iran: Aanwijzingen economisch en militair escalatieproces
 
Door Karel Koster
 
Utrecht 13 feb 2007 - Diverse scenario's voor een oorlog tussen de VS en Iran zijn momenteel in circulatie. Eén mogelijkheid is een eenvoudige luchtaanval op de nucleaire infrastructuur van Iran, hetgeen een dagenlange bombardementscampagne impliceert, omdat men de luchtafweer wil vernietigen en tegelijkertijd alle mogelijke Iraanse tegenstappen wil verhinderen (zoals het blokkeren van de straat van Hormuz. Meer ingewikkelde oorlogsscenario’s betreffen:
  • uitgebreidere luchtoperaties om een groot deel van de economische infrastructuur te vernietigen
  • beperkte grondoperaties om de Iraanse zuidelijke olievelden te veroveren,
  • de belangrijkste kust gebieden bezetten
  • operaties met speciale troepen tegen de nucleaire infrastructuur, of de economische structuur in bredere zin.
Dit houdt ook in het vermoorden van belangrijk nucleair en ander personeel, die niet zo makkelijk vervangen kunnen worden als materieel Zo een oorlogsplan kan in werking worden gesteld als eenmaal de militaire middelen in stelling zijn gebracht. Zoals bekend zijn dat twee- drie vliegdekschip eskaders (bewapening: bommenwerpers plus honderden kruisvluchtwapens), twee amfibische strijdgroepen (elk een brigade+), extra Patriot luchtafweer batterijen, extra bommenwerpers (boven de al bestaande eskaders in en rondom Irak, Afghanistan) die via Bulgarije en Roemenië worden ingevlogen en eventueel een deel van de troepen in Irak. Verder kan de Israeliese luchtmacht worden ingezet plus vermoedelijk speciale eenheden. Ook waarschijnlijk is het gebruik van bases in Iraaks Koerdistan, Azerbijan en natuurlijk een deel van de Golfstaten
 
Naast deze militaire oorlogvoering bestaat er ook economische oorlogvoering die bijzonder vergaande gevolgen kan hebben, zij het met vertraging. In een artikel in de IHT (13 feb 2007) wordt de omvang van deze oorlogvoering uiteengezet. Er worden door de Amerikaanse eregering al heel lang sancties uitgevoerd tegen Iran op directe en indirecte (druk op bondgenoten en anderen) wijze. De indirecte zijn van groot belang omdat het internationale bedrijfsleven wordt ontmoedigd van investeringen in Iran. “But recent conversations with European energy executives and consultants, who spoke anonymously to protect their relationships with Iran, suggested that there was a new wave of concern about starting projects in the country. Even Chinese companies, which Iran is trying to lure with big oil and natural gas deals, seem to be acting with caution.” (New York Times 120207, IHT 130207).
Voor wat betreft de oliesector zijn die investeringen van strategies belang voor Iran: de grote oliereservers raken sneller op, het openen van nieuwe olievelden wordt vertraagd. Dit heeft belangrijke binnenlandse gevolgen “Oil companies, including Royal Dutch Shell, Total of France and Repsol of Spain, are playing for time in the hope that the political situation may somehow improve, energy analysts said.
 
Last month, Shell and Repsol announced a preliminary deal for South Pars, the world's largest natural gas field. But the project, estimated to be worth $10 billion, has been delayed for more than a year. A final investment decision is not due until at least the end of this year.” (artikel NYT 120207).
 
Het termijn van de Veiligheidsraad resolutie die in december werd aangenomen en waarin geëist wordt dat Iran haar verrijkingsactiviteiten opschort, loopt binnen een paar weken af. Gisteren nam de EU stappen om de door deze resolutie vereiste sancties (gericht op handel in oa nucleaire technologie) uit te voeren. Tegelijkertijd worden de afzonderlijke staten vrijgelaten om verdergaande sancties uit te voeren. Dit laatste is een cruciaal punt, omdat het betekent dat pro-Amerikaanse landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland vrij zijn om de verdergaande sancties van de VS toe te passen. Deze stappen vormen onderdeel van verdergaande economische oorlogvoering, zoals aangetoond in het IHT artikel. Op de Financial Times (gedrukte Eurpese editie) voorpagina op 13 feb (zie hieronder) staat de beschrijving van de inhoud van een gelekt document voor de EU ministerraad waaruit zou blijken dat het niet mogelijk is om het Iraanse verrijkingsprogramma tegen te houden. De inhoud van dit rapport is hoogst merkwaardig, omdat zo een situatie van een voortgezet nucleair programma alleen zal plaatsvinden als de confrontatie met Iran wordt voortgezet. Als er een overeenkomst is volgens de internationale afspraken van het Non-Proliferatie Verdrag, dan mag Iran een verrijkingsindustrie hebben, ook op grote schaal. De enige beperking is dat het uranium niet verrijkt mag worden tot het niveau geschikt voor kernwapens. De inspecties van het Internationaal Atoomagentschap dienen juist om dat te verhinderen. Het feit dat zo een rapport onder de EU ministers wordt verspreid door Javier Solana, de buitenlandse zaken chef van de EU is bijzonder zorgwekkend. Zoals in het rapport staat:
“The admission is a blow to hopes that a deal with Iran can be reached and comes at a sensitive time, when tensions between the US and Tehran are rising. Its implication that sanctions will prove ineffective will also be unwelcome to EU diplomats. Only yesterday the bloc agreed on how to apply United Nations sanctions on Tehran, overcoming a dispute “ De belangrijkste geciteerde zin in het rapport is: “The problems with Iran will not be resolved through economic sanctions alone.” Dit is een duidelijke ondersteuning van een confrontatiepolitiek, zoals door de regering Bush voorgestaan.
Een derde confrontatie methode bestaat uit het creëren van een casus belli dmv van opgeblazen rapporten aangaande de Iraanse betrokkenheid bij de oorlog binnen Irak, plus het ontvoeren van Iraanse diplomaten (overigens tegen de zin van de Iraakse regering die door de VS gesteund wordt). In de omstandigheden in de Golf kunnen andere incidenten worden gecreëerd door bijv Iraanse schepen te onderscheppen, zogenaamd in het kader van het uitvoeren van de VN resolutie, maar in feite om een reactie uit te lokken waarop weer kan worden gereageerd met het uitvoeren van de boven geschetste aanvalsplannen.
 
Voorop staat de politieke vraag of zo een militair aanvalsplan verder in werking wordt gezet. Economische oorlogvoering tegen Iran wordt al jaren gevoerd en is de laatste maanden verscherpt (zie onderaan, NYT 12 feb 2007). Deze sancties hebben al vergaande binnenlandse effecten in Iran gehad en zijn vermoedelijk een deel van de rede voor de binnenlandse kritiek (Rafsanjani factie) op de Iraanse regering. De aanvullende vraag is of de Amerikaanse regering haast heeft en de militaire middelen die worden ingezet (zie boven) ook daadwerkelijk zal inzetten en hoe snel. Dat wil zeggen gaat het bij een militaire aanval om een termijn van maanden of een paar jaar (einde van Bush ambtstermijn).
 
Momenteel lijkt het er op alsof men inderdaad haast heeft vermoedelijk vanwege de verdere legitimatie crisis van de Bush regering. De binnenlandse oppositie (niet alleen het Congres maar ook de helft van de bevolking) is bijzonder sterk en gaat niet alleen om de Iran confrontatie maar vanzelfsprekend om de nauw verwante Irak oorlog, plus binnenlands machtsmisbruik (afluisteren), een mogelijke economische recessie en het repressie/martelbeleid (Guantanamo) dat het zelfbeeld van de Amerikaanse burgers aantast. Tenslotte is de rechtszaak tegen Scooter Libby, de top medewerker van vice-president Cheney in een beslissend stadium gekomen. Mogelijkerwijs komt er verder bewijs op tafel voor de betrokkenheid van de vice-president bij het organiseren van de leugencampagne voor de oorlog tegen Irak. Zo een ontwikkeling maakt het aantrekkelijk voor de vice president, die grote invloed heeft binnen de Amerikaans regering, om zijn invloed aan te wenden om een oorlog in het buitenland te beginnen, dan wel de bestaande uit te breiden. Dat is des te aantrekkelijker als de neoconservatieve ideologen geloven dat een aanval op Iran een verbetering - niet een verslechtering - in de situatie in het Midden Oosten teweegbrengt. Daarbij speelt de bijzonder sterke Israeliese lobby in Washington DC een belangrijke, wellicht beslissende rol. De EU lijkt steeds meer af te stappen van een remmende rol, gezien het gelekte rapport. Rusland lijkt zich momenteel sterk te keren tegen een militair avontuur, gezien de opzienbarende toespraak van president Putin een paar dagen geleden in Munchen. De Chinese positie is onduidelijk, maar de antisatelliet oefening van een paar weken geleden was een duidelijk signaal aan de Amerikaanse regering om in te binden in hun plannen voor militaire expansie in de ruimte. De vraag is of zulke oppositie ook bij Iran tot uiting komt. Een alternatief is een passieve lijn.
De Nederlandse regering zal vermoedelijk achter de Amerikaanse aanlopen, gezien de weigering om een onderzoek te doen naar het Nederlandse beleid tijdens de aanloop naar de Irak oorlog. De vermoedelijke nieuwe minister van buitenlandse zaken, de heer Verhagen, staat niet bekend om zijn kritiek op het Amerikaanse buitenland beleid.
 
Tenslotte is het van belang om te constateren dat het onwaarschijnlijk lijkt dat Iran afwacht tot een aanval begint, in het geval dat de Iraanse regering er van overtuigt raakt dat die onderweg is. Zoals vele commentatoren nu betuigen, zou zo een ontwikkeling catastrofaal zijn.
 
Karel Koster
 
 
terug/back | de vredessite / nieuwe oorlog 2007 |