Verder bewijs geleverd aanwezigheid kernwapens in Nederland
documenten duiden op NAVO atoom-oefeningen op vliegbasis VolkelPersbericht 22 januari 1999
Werkgroep Eurobom/ PENN-NlUit documenten die in handen gespeeld van de Werkgroep Eurobom blijkt niet alleen dat er nog steeds kernwapens aanwezig zijn op de vliegbasis, maar dat er ook mee geoefend wordt. Dit wordt duidelijk als de nieuwe gegevens worden vergeleken met openbare informatie uit Amerikaanse bron.
Op vliegbasis Volkel worden al sinds het begin van de jaren zestig enkele tientallen kernwapens opgeslagen in het kader van de nucleaire (NAVO) taak van de Nederlandse krijgsmacht. Het gaat om kernbommen die in tijd van oorlog door piloten van de Nederlandse luchtmacht zouden worden afgeworpen. In vredestijd worden ze bewaakt door een speciale Amerikaanse bewakings- en verzorgingseenheid (de 752 'Munitions Support Squadron'). De opslagmethode is in de loop der jaren veranderd. Sinds 13 september 1991 zijn de bommen verhuisd van een afzonderlijk depot in een hoek van de basis naar elf speciale bunkers (zogenaamde "WS 3 vaults"), gelegen onder de vliegtuighangars. In tijd van oorlog worden de bommen rechtstreeks uit de kelders opgetakeld en onder de vleugels van de bommenwerpers gehangen. Dit zijn de eveneens op Volkel gestationeerde F16 straaljagers, in dienst bij het 311e en 312e squadron van de Koninklijke Luchtmacht. De piloten van deze eenheden worden speciaal opgeleid voor deze taak. (bron: "Taking Stock", van de Natural Resources Defense Council, Washington DC, maart 1998). De atoombommen op Volkel hebben elk een explosieve kracht die vele malen sterker is als de bommen op Hiroshima.
Uit de documenten blijkt het volgende :
- er wordt herhaaldelijk verwezen naar de boven genoemde 752 MUNSS; deze Munitions support squadrons zijn volgens de boven aangehaalde bron “toegewezen aan geallieerde bases met kernwapens”
- In een zogenaamde oefenorder (“Super Breakout 98-1” dd 5 februari 1998) worden de voorbereidingen beschreven van een op 18-19 februari te houden oefening, die vervolgens in april door AIRCENT, het NAVO luchtmacht hoofdkwartier, zou worden geëvalueerd. De intentie van de oefening wordt als volgt omschreven: “..beoefenen van specifieke benodigde procedures en werkwijzen nodig voor de voorbereiding en het demonstreren van het strike gedeelte van de oorlogstaak in een MDF scenario”. Strike missions zijn missies met kernwapens
- Een andere oefenorder (“Cold Igloo” dd 9 april 1998) geeft als intentie “Het demonstreren van de inzetgereedheid van Vliegbasis Volkel i.h.k.v. strike-operatien”, ivm de boven genoemde NAVO evaluatie.
- Een verplaatsingsorder, gedateerd 13 januari 1998, beschrijft het tijdelijk stationeren van twee F-16 bommenwerpers op vliegbasis Kleine Brogel in België . Bij die oefening is ook het boven genoemde752 MUNSS betrokken. Op Kleine Brogel zijn de Belgische bommenwerpers gestationeerd die de NAVO kernwapentaak moeten uitvoeren.
Uit de documenten blijkt dat er niet allen sprake is van het simpelweg opslaan van kernwapens maar ook het oefenen ermee. Het nucleaire beleid van de NAVO staat de afgelopen maanden steeds meer ter discussie, aangezien een belangrijk beleidsdocument van de NAVO, het Strategisch Concept, herschreven moet worden. De Duitse minister van buitenlandse zaken Fischer stelde dit beleid op de afgelopen NAVO ministersvergadering in Brussel ter discussie. daarin werd hij gesteund door onder nadere minister van Aartsen. De laatste erkende in een brief aan de Tweede kamer dat er weer een publiek debat gaande was over kernwapens. Te hopen valt dat het nucleaire trainingsprogramma zoals dat op Volkel vorig jaar nog aan de gang was, inmiddels is stopgezet. Gezien de beloftes die Nederland heeft gemaakt door het Non-Proliferatie Verdrag te ondertekenen (daar wordt in artikel VI beloofd om te streven naar nucleaire ontwapening), is het wrang om te constateren dat de Nederlandse en Belgische luchtmacht doorgaan met voorbereidingen voor een atoomoorlog.
Meer informatie:
Karel Koster
Werkgroep Eurobom/ PENN-Nl
030- 2722594
E-mail: K.Koster@inter.nl.net