Sonja van Wier in Palestina/Israël
Er groeiden bloemen en bomen in Qalqilia
29 december 2003 - Vroeger groeiden er aan de bomen sinaasappels, grapefruits en olijven. De bevolking verbouwde in kassen bloemen, groenten en andere gewassen. Maar Qalqilia was zo mooi dat Sharon er zijn ogen niet van af kon houden. Het ligt zo dicht bij de Groene Lijn (wapenstilstandslijn van 1949), dat de Muur er maar meteen tegenaan wordt gebouwd. De stad is weer een stuk grond kwijt, om nog maar te zwijgen van de bedoeling van de tankgracht, al dat prikkeldraad en binnenkort geëlectrificeerd systeem dat de Israëli hier plaatsen. Om de stad heen heeft Sharon ook nog eens een hek laten zetten, zodat het grootste deel van de mensen er niet meer in of uit kan. Wie er nu nog woont ervaart dat het leven er bijna onmogelijk wordt. Van de vier toegangspoorten, die de stad werden beloofd, is één er nooit gekomen, één gaat helemaal niet open, één drie keer tien minuten per dag. Bij de vierde toegangsweg naar Qalqilia staat dan de bekende verzameling soldaten die ook ons niet toelaten. Twe dagen geleden is hier een grote betoging geweest, maar een deel van ons dat er heen wilde mocht de stad niet in. Anderhalf uur lang met de soldaten praten en onderhandelen. De Noorse ambassade die onze mars met raad en daad steunt, komt er ook nu aan te pas. Ze bellen het Israelische leger (IDF). Een wanhopige militair zegt tenslotte: "Hier staat een groep van zo'n vijftig vrouwen en ik weet absoluut niet wat ik er mee moet". Dan mogen we er door. Wel paspoortje achterlaten en binnen twee uur terug zijn. De burgemeester van Qalqilia legt ons de bestaande kritieke situatie spoorslags uit. We krijgen onze lunch uit het vuist. Op naar dat hek in de muur dat alsmaar niet opengaat.
We zijn er nauwelijks of aan de andere kant van het hek springen al soldaten uit een tweetal terreinwagens. Ze zijn zo dichtbij dat de discussie begint. In dit geval neemt Sue de leiding, ze is èn joods èn Amerikaans en dat zullen ze weten. "Not in my name", heeft ze al dagen gezegd bij het zien van alle leed dat de Palestijnen overkomt. Nu is ze in topvorm. Ze informeert waarom dat hek gesloten is. Dat is er toch gekomen omdat het open zou gaan. Dat is toch aan de burgemeester beloofd. De wil weten waarom die belofte niet nagekomen is. Waarom gaat dat hek niet open. Als ze zegt dat ze joods is en dat ze daarom haar mening mag hebben, valt de mond van de soldaat zowat open: "Are you jewish?" "Jazeker". Ze steekt opnieuw van wal met haar kritiek, dat er toch beloofd was en waarom nu niet, met als telkens als slot de kern van haar betoog: "Jullie beloofden dat deze poort open zou gaan? Ik wil weten wanneer jullie dat gaan doen!" Dat duurt zo'n minuut of tien, misschien wel langer. Dan zegt de soldaat dat hij ons allen zal arresteren als we niet weggaan en hoewel hij dan toch het hek open zal moeten doen, drijven we de zaak niet op de spits en gaan. De mensen lachen als ze de bus zien vertrekken en wij lachen naar de mensen. Sue is 's avonds op de Arabische televisie.
Qalqilia is overigens maar één van de vele steden waarop de Israeli hun oog hebben laten vallen. Nablus, Jenin, Tulkarem, veel steden treft hetzelfde lot. Pak de bevolking haar landbouwgronden af, sluit ze in en zorg dat ze geen leven meer hebben. Wat valt er te vieren bij de herdenking van de val van Berlijnse Muur? Dat vragen de mensen. Inmiddels is Nablus totaal afgesloten van de buitenwereld. Wij worden onverwacht bij Palestijnen uit Tulkarem onderdak gebracht.