menu
spacer
 
| de vredessite / nieuws 2006 |
 
 
 
HVPers praten met defensie
Vredesactivisten en Top van Defensie worden het niet eens

 
Verslag van het Haags VredesPlatform
 
Den Haag, 24 november 2006 - N.a.v. een ontmoeting tijdens een protest op Veteranendag 2006 vond vanochtend een gesprek plaats tussen Staatssecretaris van Defensie dhr. v/d Knaap, Commandant der Strijdkrachten (CDS) dhr. Berlijn en drie vredesactivisten van het Haags Vredes Platform. Oorspronkelijk ging de heer Berlijn, door wie de afspraak voor het gesprek was geïnitieerd, akkoord met het inbrengen van een aantal deskundigen op het gebied van vredesvraagstukken, maar de staatssecretaris die de regie van het gesprek in handen heeft genomen, wees dit af. Hij stelde dat hij daar geen behoefte aan had en zelf wilde bepalen wanneer hij met deskundigen om de tafel zou gaan.
 
Hoewel bij aanvang van het gesprek al benoemd werd, dat we elkaar over en weer waarschijnlijk niet zouden kunnen overtuigen, wat ook niet is gebeurd, vond het drie kwartier durende gesprek in goede sfeer plaats. Een keur van onderwerpen op het gebied van vrede en veiligheid passeerden de revue en er werden over en weer standpunten en posities verduidelijkt.
 
Verslag
 
Veteranendag
 
Vanuit het HVP werd uiteengezet dat Veteranendag de indruk wekte niet alleen respect te betuigen aan veteranen die (vaak verplicht) zijn uitgezonden naar conflictgebieden en oorlogen in de wereld, maar ook een militaristisch propaganda element kent, waarbij zelfs wervingselementen, onder jongeren ingezet zijn. Vanuit Defensie werd benadrukt dat het op Veteranendag echt gaat om het respect betuigen en dat de op jeugd gerichte elementen als een klimmuur niet gericht zijn op werving, maar om ook bij de jeugd begrip en respect voor veteranen te bewerken.
 
Werving
 
HVP: Vragen werden gesteld over de eerlijkheid van de wervingsvoorlichting. Het beeld wordt gecreëerd van avontuur en humaniteit, maar de trauma's, (burger)slachtoffers en onderliggende economische belangen komen niet aan bod. Afschuw werd betuigd over het al op zeer jeugdige leeftijd benaderen door defensie via (kinder)evenementen, sportdagen etc. en het proberen aan zich te binden van minderjarigen d.m.v. een oriëntatiejaar vrede en veiligheid voor 16 en 17 jarigen. Defensie: Had begrip voor deze zorg en stelde ook dat er de laatste jaren bijgesteld is in de wervingsreclame, waardoor minder de nadruk op het beeld van "stoere mannen" werd gelegd. Defensie heeft behoefte aan goed personeel, niet aan " avonturiers" die met een verkeerd beeld binnenkomen.
 
Kernwapens
 
HVP: Gevraagd is om openheid van zaken te geven over de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens op vliegbasis Volkel. Gewezen is op de bepalingen van het Non Proliferatie Verdrag en de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 8 juli 1996. De vraag is neergelegd of de Nederlandse bijdrage aan de NAVO kernwapenpolitiek niet hypocriet is ten opzichte van de ophef die er is over de ontwikkelingen in Noord Korea en Iran. Deze landen kunnen ook legitimatie ontlenen aan de Nederlandse opstelling. Defensie: De staatsecretaris stelde dat zijn positie bekend is en hij gezien de bondgenootschappelijke verplichtingen geen openheid van zaken kon geven. (België gaat daarin politiek verder) Met het oog op de verkiezingsuitslag zei hij daar nog bij dat een eventuele SP minister van Defensie daar wellicht anders tegenaan kon kijken. De CDS legde de nadruk op het feit dat na de hoogtijdagen van de koude oorlog 10 van de 11 Nederlandse kernwapentaken zijn afgestoten. Ook stelde hij dat voor landen als Iran en Pakistan de situatie in de eigen regio en de kernwapenpositie van India en Israël veel zwaarder zal wegen dan die van Nederland.
 
Irak, Afghanistan, Oorlog tegen het terrorisme
 
Waarom en wanneer "vredesoperaties"? HVP: Benadrukt werd dat de Irak oorlog onder valse voorwendselen is gestart (de aanwezigheid van massavernietigingswapens en de band tussen het Saddam Hussein bewind en al-Qaeda). Gevraagd is om openheid hierover van de Nederlandse politiek. Gewezen werd op de grote aantallen onschuldige slachtoffers, de verslechterde situatie van vrouwen en de actuele situatie in Irak die als burgeroorlog te kenschetsen valt. Ook wat betreft de Nederlandse rol in Afghanistan werd de zorg geuit over onschuldige slachtoffers. In algemene zin werd de vraag opgeworpen waarom we wel meedoen in Irak en Afghanistan, maar slechts zeer mondjesmaat of niet in landen als Congo, Soedan (Darfur) etc. optreden, waar ook op grote schaal mensenrechten worden geschonden. Hierdoor wordt het beeld dat ons optreden bepaald wordt door het opkomen voor mensenrechten en vrouwenemancipatie ongeloofwaardig door zijn eenzijdigheid en het zou eerlijk zijn om belangen als invloedsferen, olie etc. ook te benoemen. Defensie: Zowel de staatssecretaris als de CDS erkenden min of meer dat er in Irak feitelijk sprake is van een burgeroorlog en er vooraf te makkelijk is gedacht dat het allemaal wel goed zou komen, als het bewind van Saddam Hussein verdwenen zou zijn. Gesteld werd dat Nederland ook niet echt een rol speelde in de oorlogsfase, maar meer in de fase van wederopbouw erna. De vraag om openheid van zaken te geven rond de besluitvorming m.b.t. de Irak oorlog werd niet beantwoord. Daarnaast wezen beiden op de rust en veiligheid in het gebied waar Nederland actief was: Al Muthanna. Wel werd erkend dat deze streek een niet zo gecompliceerde menging heeft van Koerdische, Soennitische Sjiitische groepen als delen van Irak waar momenteel zoveel geweld is. Ook werd gewezen op de Nederlandse aanpak (eerst rust in klein gebied en vertrouwen wekken en langzaam als inktvlek zien uit te breiden). CDS Berlijn deelde de zorg voor onschuldige slachtoffers en maakte daarin een onderscheid tussen Taliban met grote T en taliban met kleine t. (de echte slechteriken en de meer klem zittende armoedige bevolking) Ook gaf hij aan dat je naar Afghanistan kan kijken door een rietje of met wijde blik, waarbij in de laatste manier van kijken zaken als pijpleidingen om de olie uit het gebied rond de Kaspische Zee naar de Arabische Zee te transporteren in beeld komen. Wat betreft het niet of nauwelijks bijdragen aan missies in Afrika stelden beiden, dat dit gezien de nieuwe verhoudingen in de kamer zou kunnen veranderen.
 
De verhouding VS en NL
 
HVP: Onze belangrijke bondgenoot de VS weigert het Internationaal Strafhof te erkennen, heeft zelfs een Hague Invasion Act om Den Haag als gaststad van het Hof binnen te vallen, mocht er een VS soldaat terecht staan . Aandacht werd gevraagd voor de mensenrechten van gevangenen op Guantanamo. Defensie: De staatssecretaris benadrukte dat Nederland niet tevreden is met de weigering van de VS om het Internationaal Strafhof te erkennen. Een VS invasie van Den Haag is echter onvoorstelbaar. De Nederlandse regering heeft een aantal maal haar zorg uitgesproken m.b.t. de Guantanamo gevangenen en CIA vluchten.
 
Het effect van "de oorlog tegen het terrorisme" op de Nederlandse samenleving. HVP: De zorg werd geuit dat de missies in Irak en Afghanistan het beeld oproepen van een oorlog tegen de Islam en bijdraagt aan het wij zij denken in de Nederlandse samenleving Defensie: Zowel de staatssecretaris als de CDS deelden de zorg voor het wij zij denken en hekelden de islamofobie van politieke partijen als Een NL en groep Wilders.
 
Defensieschandalen
 
HVP: Gesteld werd dat wij mede door een reeks schandalen binnen defensie (cocaïne-smokkel vanaf de Antillen, drank-, drugsmisbruik, porno en seksuele intimidatie bij de marine, affaire Spijker, en laatstelijk de vermeende mishandeling bij MIVD verhoren in Irak) regelmatig bevestigd worden in onze pacifistische of anti-militaristische mening. Defensie: Beide heren stelden niet blij te zijn met dergelijke schandalen en dat defensie voor zover mogelijk (waar de veiligheid niet in het geding komt) een transparante en open organisatie wil zijn. Wangedrag wordt aangepakt. Naar de MIVD verhoren wordt onderzoek ingesteld.
 
Wapenindustrie en handel
 
HVP. Gewezen werd op de (financiële) belangen die wapenindustrie en handel hebben bij conflicten, spanningen en ambities en missies van defensie. Gewezen werd op de industrie en werkgelegenheidsargumenten in het JSF traject de uitspraak van een Stork woordvoerder tijdens het bezoek van Minister Kamp aan vliegbasis Woensdrecht vorige week: "er mogen nog wel een paar vredesoperaties bij komen om de orderportefeuille verder te vullen". Defensie: De staatssecretaris benadrukte dat het de politiek en niet de industrie is die keuzes maakt en had niet veel oor voor onze zorg over de invloed van de defensie-industrie-lobby. De CDS stelde ook dat Defensie op basis van haar eigen kijk op nut en noodzaak van materiaal (we willen de beste spullen) keuzes maakt, maar gaf wel aan dat de defensie industrie een rol probeert te spelen in het krachtenveld. Beiden stelden dat de JSF gewoon de beste keus was en gezien het ambitieniveau van de Nederlandse krijgsmacht noodzakelijk. Eventuele kostenoverschrijdingen hoorden in hun ogen wel een beetje bij dergelijke ontwikkelingsprojecten. Het HVP voorspelde (nogmaals) een parlementaire enquête over de JSF in de toekomst.
 
Ook werd door het HVP ingebracht dat de oneerlijke situatie van honger, uitbuiting en vervuiling van o.a. derde wereld landen grond is voor terrorisme. Geld wat nu uitgegeven wordt aan militaire operaties zou ook aangewend kunnen worden voor armoedebestrijding en dergelijke en daarmee een voedingsbodem wegnemen voor oorlog, terreur en conflicten in de wereld.
 
Uit het gesprek kwam naar voren dat politiek en defensie (de krijgsmacht) niet altijd overeenstemmen in de zin dat de politieke besluitvorming zich afspeelt in een krachtenveld waar naast bondgenootschappelijke, politieke, humanitaire en ook economische overwegingen spelen. Defensie (de krijgsmacht) moet simpelweg de politieke besluiten uitvoeren binnen haar technische mogelijkheden.
 
Tijdens het gesprek deed CDS Berlijn de suggestie om eens met hem mee te gaan naar Afghanistan om met eigen ogen de situatie te bekijken. Staatsecretaris v/d Knaap merkte lachend op, dat we dan waarschijnlijk daar gingen demonstreren en een van de HVPers noemde zichzelf al "embedded vredesactivist". Bij de afsluiting van het gesprek bleek CDS Berlijn het nuttig te vinden om vaker in gesprek te gaan, ook met deskundigen uit de vredesbeweging. Staatssecretaris v/d Knaap had al eerder in het gesprek aangegeven daar geen behoefte aan te hebben, maar ons zeker niet uit de weg te zullen gaan, mochten we elkaar opnieuw bij een protest tegen het lijf lopen.
 


 
Voor meer informatie over dit gesprek; Rob Boogert, Haags Vredes Platform 070-3890235 .
 
 
terug/back | de vredessite / nieuws 2006 |