Vredesduif met olijftak in snavel.

Misbruik IHRA-definitie

18-12-2020 Kenneth Stern, de belangrijkste opsteller van de IHRA-definitie van antisemitisme, heeft opnieuw felle kritiek geleverd op de toepassing ervan. In een blog die op 10 december door The Times of Israel werd gepubliceerd reageert Stern op een recent advies van The Jewish Federations of North America aan de in november verkozen Amerikaanse president Joe Biden.

 

Volgens die organisatie is één van de belangrijkste stappen in de strijd tegen het antisemitisme het promoten van de IHRA-definitie. Stern vindt dit problematisch. Hij beargumenteert dat de focus op de IHRA-definitie de aandacht afleidt van de problemen en ontwikkelingen die bijdragen aan de groei van antisemitisme. Stern wijst daarbij op leiders als president Trump, die weigerde neonazi's in de Verenigde Staten te veroordelen en zich herhaaldelijk negatief uitliet tegenover Moslims en immigranten.

 

In zijn blog wijst Stern er ook op hoe de IHRA-definitie als een politiek instrument fungeert om kritiek op Israëls Palestinapolitiek de kop in te kunnen drukken. 'De afgelopen tien jaar hebben Joodse groepen de definitie gebruikt als wapen om te zeggen dat antizionistische uitingen inherent antisemitisch zijn en moeten worden onderdrukt', schrijft Stern. 'In plaats van de IHRA-definitie te behandelen als een eenvoudig symbool zouden we de Amerikaanse regering moeten vragen om een werkgroep over haat (inclusief antisemitisme) bijeen te roepen, die toonaangevende denkers en organisaties samenbrengt om manieren in kaart brengen waarmee we discriminatie jegens anderen (inclusief joden) kunnen verminderen.' Het mag niet zo zijn dat staatsinstrumenten worden ingezet om 'mensen met wie we het niet eens zijn het zwijgen op te leggen', besluit Stern zijn betoog.

Bron: The Rights Forum