Vredesduif met olijftak in snavel.

Noord-Korea

9-3-2018 Noord-Koreaans alleenheerser Kim Yong-un zou iedereen te slim af zijn. Dat zijn land geen democratie is, daar twijfelt niemand aan. Dat mag echter geen excuus zijn om berichtgeving en analyse te beperken tot clichés en vooroordelen. Loretta Napoleoni nuanceert het Westers media- en politieke narratief met haar boek 'North Korea - The Country We Love To Hate'.

 

Loretta Napoleoni is een Italiaanse onderzoeksjournaliste die zich al jaren specialiseert in de financiële witwaspraktijken die terroristische bewegingen gebruiken om zichzelf te financieren. Sinds 2005 publiceerde ze elf boeken over deze thematiek. Terwijl ze nog steeds schrijft voor Italiaanse media, werkt ze al jaren vanuit de VS en Groot-Brittannië en publiceert ze haar boeken in het Engels.

 

In haar eerste boek Terror Incorporated: Tracing The Dollars Behind the Terror Networks van 2005 legde ze uit hoe terreurgroeperingen gebruik maken van de duistere wegen van het internationale financiële systeem. Door dezelfde methodes toe te passen als malafide multinationals die massaal belastingen ontduiken en als drugsmaffia die hun geld witwassen, slagen terreurbewegingen er in hun activiteiten, hun aankopen van wapens, te financieren.

 

Haar grondig onderzoekswerk werd met gemengde gevoelens onthaald. Enerzijds ontmaskerde zij heel wat netwerken van terreurgroepen, maar anderzijds was men niet bepaald enthousiast over haar boek, omdat ze tegelijk ook de banden met banken en openbare instellingen als de Amerikaanse inlichtingendienst CIA blootlegde. Sindsdien heeft ze nog meerdere boeken gepubliceerd, waaronder in 2016 Merchants of Men: How Jihadists and ISIS Turned Kidnapping and Refugee Trafficking into a Multi-Billion Dollar Business.

 

Haar expertise wordt internationaal erkend en meerdere regeringen doen op haar een beroep om terreurorganisaties op te sporen. Met haar onderzoek kwam zij ook op het spoor van Noord-Koreaanse netwerken. Het regime van dictator Kim Yong-un gebruikt het internationale banksysteem om de economische sancties te omzeilen. Tijdens haar onderzoek leerde ze ook een en ander bij over de ware aard van dat regime.

 

Waarom overleefde Noord-Korea de Koude Oorlog?


Om te begrijpen waarom het al met al kleine Noord-Korea niet ten onder is gegaan - zoals ieder zelfverklaard expert toen voorspelde - na het einde van de Koude Oorlog in 1991 is het geldende narratief over dat mysterieuze land ongeschikt. Dit regime zit steviger dan ooit in het zadel. Dit land wordt echter niet geleid door een pafferige idioot die de rest van de wereld bedreigt met zijn kernwapens, maar door een regime dat zeer consequent de eigen overleving nastreeft.

 

Dat dit regime nog steeds overleeft en zelfs successen boekt heeft alles te maken met het onbegrip en de complete onwetendheid die wij over Noord-Korea hebben. Wie de geschiedenis van het Koreaanse schiereiland niet kent, kan zowel Noord- als Zuid-Korea niet begrijpen. De huidige verdeeldheid van Korea heeft zijn oorsprong in 1910. Toen maakte Japan er een kolonie van, met gulle collaboratie van de Koreaanse aristocratie, die vooral in het rijkere zuiden leefde. In het noorden was het anti-koloniaal verzet veel groter. De overgrootvader van huidig dictator Kim Yong-un was een van de leiders van dat verzet.

 

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog leefden meer dan vijf miljoen Koreanen in lijfeigenschap voor Japanse bazen en hun Koreaanse collaborateurs. Honderdduizend vrouwen werden misbruikt als seksslavinnen (iets waarvoor Japan nog steeds excuses weigert). Dat verleden leeft nog zeer sterk in Noord- én Zuid-Korea.

 

Anti-koloniaal en anti-feodaal


De guerrilla van Kim Il-sung, grootvader van Kim Yong-un was echter niet alleen antikoloniaal. Zij verzette zich ook tegen het eigen feodale systeem van de Koreaanse adel. Tot vandaag is zowel de Noord- als Zuid-Koreaanse nog steeds streng opgedeeld in kasten, ook al ontkennen beide staten dat. Kim Il-sung, grootvader van de huidige leider, vond bondgenoten tegen Japan bij de Chinese en de Russische buren. Hij nam hun ideologische retoriek wel over maar in wezen was dit vooral een guerrillastrijder die pragmatisch aan machtsverwerving en -behoud dacht. Stalin had niets dan minachting voor Kim Il-sung, die hij een lompe boer vond die niet in staat was een ideologische discussie te voeren.

Een zwaar opgesmukte foto van opperste leider Kim Il-sung (WikiMedia Commons)

 

Dat is nog altijd zo. Noord-Korea is geen communistisch land, maar eerder een feodaal rijk, bestuurd door een kaste van leiders met één opperste leider. De verering van Kim Yong-un moet volgens Napoleoni veel meer gezien worden als het eerbetoon aan een absoluut monarch, een religieus leider zelfs.

 

Het enige Westerse concept dat enigszins toepasbaar is op Noord-Korea is dat van het nationalisme. Koreanen, noord en zuid, zijn doordrongen van het idee van een verloren suprematie, van de vernedering van het kolonialisme, van het idee dat alle andere rassen inferieur zijn. Kritisch denken over de eigen maatschappij wordt in het onderwijs op alle mogelijk manieren afgeleerd. Die kritiek op Noord-Korea is zonder meer terecht. Daarbij wordt echter steevast vergeten dat dat ook in het Zuid-Koreaanse onderwijs het geval is. Alleen de politieke context waarin dat gebeurt is anders.

 

Rechts en conservatief


De propaganda die de gemiddelde Noord-Koreaan dagelijks te zien, te horen, te lezen (al veel minder) krijgt is alomvattend en kan volgens Napoleoni niet worden begrepen met een links-rechts bril. In meerdere maatschappelijke facetten is Noord-Korea rechtser en conservatiever dan Zuid-Korea.

 

Noord-Korea was vanaf de splitsing in 1948 een dictatuur, waar de opperste leider absoluut en almachtig is. Noord-Koreanen stellen zich daar grotendeels geen vragen bij. Ze weten niet beter. Vergeten wordt echter dat Zuid-Korea tot in de late jaren 1980 ook een dictatuur was, weliswaar met de schijn van pluralistische verkiezingen, maar in wezen was ook daar de censuur en de repressie almachtig. Bovendien, er wordt regelmatig bericht over de gruwel van werkkampen in Noord-Korea. Die bestaan zeker, maar enkel voor politieke dissidenten en hun families (ongeveer 210.000). Gewone gevangenissen voor niet-politieke criminelen daarentegen zijn in Noord-Korea corrupt en zo lek als een zeef.

 

Bovendien, tot in de late jaren 1980 werden in Zuid-Korea nog evengoed werkkampen in stand gehouden waar lijfstraffen van toepassing waren op weerbarstige arbeiders. Het economische mirakel van Zuid-Korea was er een van dwangarbeid, net zoals in Noord-Korea. Alleen de politieke bondgenootschappen en de morele beoordeling verschilden. De mainstream berichtgeving volgde die lijn nauwkeurig.

 

In hun kritiek over en weer heeft het Noord-Koreaanse regime overigens een steentje voor op de politieke leiders in Zuid-Korea. De economische en politieke elite in Zuid-Korea komt bijna volledig voort uit de collaborateurs onder de koloniale periode. Koreaanse generaals in het Japanse koloniale leger in Korea stapten moeiteloos en zonder enige tegenwerking over in het Zuid-Koreaanse leger na de onafhankelijkheid. De Koreanen mogen dan wel elkaars regime haten, zij zijn nog steeds doordrongen van het idee dat de Koreanen één ras en één natie zijn.

 

Ook bij de interne repressie in Noord-Korea zet dit boek belangrijke nuances. Onder meer dankzij handig gebruik van de duistere wegen van het financiële systeem is Noord-Korea er zelfs mét economische sancties in geslaagd om de economie te laten groeien. De gewone Noord-Koreaan die zijn werk doet vaart daar wel bij en wie verder zijn mond houdt heeft nauwelijks last van het regime. De enige Noord-Koreanen die de gruwel van het regime ondergaan zijn zij die zich politiek uiten. Dit is dus geen land waar de repressie wild om zich heen slaat, maar eerder zeer gericht en selectief te werk gaat.

 

Wie tegen het regime en zijn leider ingaat mag het ergste vrezen. Naar schatting 4.000 Noord-Koreanen werden geëxecuteerd (dikwijls in het openbaar) sinds Kim Yong-un zijn vader opvolgde. Daarmee heeft hij iedereen uitgeschakeld die een gevaar was voor zijn machtspositie. Het ging dan bijna uitsluitend over leden van de sociale en politieke elite, die zich te openlijk een eigen machtspositie poogden te verwerven.

 

Conformiteit van de gewone bevolking wordt echter vooral afgedwongen via het kastensysteem en het concept dat de familie als geheel verantwoordelijkheid draagt. Wie naar het buitenland vlucht weet dat heel zijn familie, ooms, tantes, neven en nichten en hun kinderen de wraak van het systeem zullen voelen, door hun baan te verliezen, door in een lagere kaste te belanden, door geen studiebeurzen meer te krijgen, door geen toegang meer te hebben tot sociale diensten. Want ook dat is belangrijk om te weten: in Noord-Korea bepaalt je kaste meer dan wat ook je mogelijkheden op maatschappelijk succes. Bovendien, er bestaat in Noord-Korea niet zoiets als een rechtstaat met een justitieapparaat. Alles wordt bepaald door je plaats in dat kastensysteem.

 

Wie Noord-Korea catalogeert als een communistisch systeem kan niet begrijpen waarom dat niet in elkaar klapt. Volgens Napoleoni is dat eenvoudig. Noord-Korea heeft alleen een centrale planning voor zijn zware industrie en zijn militaire programma's. Voor de rest van de economie is het een klassieke en zelfs zeer soepele markteconomie, weliswaar met de geografische beperkingen van het land ten gevolge van het politieke isolement. Zowat iedereen verdient bij met kleine en grote smokkel vanuit China. De politie kijkt toe (of deelt mee in de koek).

 

Onbekend is onbemind


Volgens het UNICEF-jaarraport 2017 doet Noord-Korea het zelfs goed: "(Noord-Korea) heeft een goed ingeplant netwerk van sociale diensten die tot op het dorpsniveau reiken. Inschrijvingen in lagere en middelbare scholen zijn significant toegenomen en mortaliteit van vermijdbare ziektes is afgenomen".

 

De Noord-Koreaanse bevolking wordt verder dagelijks bedolven onder anti-Amerikaanse propaganda. Heel lastig is dat echter niet. Tijdens de Koreaanse oorlog werd het noorden zowat vernietigd onder een bommentapijt dat groter was dan alle bommen die tijdens WOII op heel Azië werden afgeworpen. Beeldmateriaal genoeg, elke dag opnieuw.

 

Niemand kan zich er over verheugen dat er weer een land bij komt dat kernwapens heeft en/of ontwikkelt. Noord-Korea liegt echter niet wanneer het regime stelt dat het kernwapens ontwikkelt omdat het een buitenlandse invasie wil afweren. Elk jaar houdt het leger van de grootste militaire supermacht ter wereld grootschalige oefeningen voor een invasie voor de kusten van Noord-Korea. Opperste leider Kim Yong-un zegt het ook telkens weer wanneer een nieuwe draagraket wordt uitgetest. "Wij gaan hier mee door zolang de jaarlijkse invasie-oefeningen doorgaan." Sinds de bescherming van de Sovjet-Unie en China geen garantie meer biedt ziet Noord-Korea kernwapens als zijn ultieme bescherming, als een afschrikkingswapen, geen aanvalswapen.

 

Met dank aan Pakistan


Overigens heeft Noord-Korea zijn eigen kernwapens kunnen ontwikkelen door materialen en expertise aan te kopen via de zwarte markt in Pakistan. De Amerikaanse autoriteiten hebben dat jarenlang laten gebeuren omdat Pakistan een Westers bondgenoot is en omdat de VS het nucleaire machtsevenwicht met India wilden vrijwaren. Ook daar wist Noord-Korea handig gebruik te maken van de eigen interne contradicties van het Westers beleid.

 

Er staat nog veel meer in dit informatieve boek. Loretta Napoleoni keek voorbij de clichés, de vooroordelen en het anti-Aziatisch racisme. Wie wil doorgronden hoe het Noord-Koreaans regime denkt en handelt heeft met haar boek een gezonde dosis antigif tegen de mainstream clichés over dat mysterieuze land aan de andere kant van de wereld. Wie echte vrede nastreeft en een kernoorlog wil voorkomen, doet er goed aan eerst dit boek te lezen.

 

Lode Vanoost

 

Deze boekbespreking is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie

Overgenomen van: De Wereld Morgen