7-10-2024 In ons dagelijks nieuws zien we stoere tanks, stoere raketten, stoere vliegtuigen. We zien rookwolken in de verte. We zien ruïnes als de rook is opgetrokken. We zien vage beelden van gewonden. Soms lijkenzakken. We zien gepolijste beelden van de oorlog. De ongepolijste beelden van gewonden zien we niet. Evenmin zien we lijken die onherkenbaar zijn als lijken. Ons beeld van de oorlog is gepolijst.
We hebben meer ongepolijste beelden van de oorlog nodig
Wij hebben geen idee wat oorlog is. Wij hebben geen idee hoe gruwelijk oorlog is. Hoe dat komt? Dat komt omdat we vooral gepolijste beelden van de oorlog zien, zonder de ongepolijste gruwelijke beelden van de slachtoffers. In 'Hoe het bloed uit het zicht wordt gehouden' schrijft de Britse journalist Nathan Robinson van The Guardian en Current Affairs over de High Mobility Artillery Rocket System (Himars).
Himars is een Amerikaanse middellangeafstandsraket die het Oekraïense leger gebruikt tegen het Russische leger. Het wapen is in staat om Russische militaire bases, munitiedepots en infrastructuur te vernietigen. De raketten brullen met een vlammenzee de lucht in tot achter de horizon, waarbij alleen een rookwolk boven het veld achterblijft. Die beelden zien we op de televisie.
Maar we zien nooit beelden van de plek waar de raket neerkomt en ontploft. We zien nooit de vernietigde mensen, de uiteengereten lichamen, de verbrande lichaamsdelen, de huilende jonge mensen zonder benen die om hun moeder roepen.
The Greatest Evil is War
De Amerikaanse oorlogscorrespondent Chris Hedges schreef het boek The Greatest Evil is War. Hij laat zien hoe afschuwelijk en misselijkmakend oorlog is. In het boek laat hij ons kennismaken met Jessica Goodell. In de Amerikaanse oorlog in Irak (2003-2011) werkte zij bij de afdeling Mortuariumzaken. Deze afdeling had als taak de stoffelijke resten van soldaten te verzamelen en te verwerken.
Ze moest naar de plekken waar explosies hadden plaatsgevonden om stukken lijken op te rapen. Ze zag hoe mensen, met brieven en foto's van hun familie in hun zakken, door raketten, bommen en mijnen waren veranderd in stapels vlees, om in zakken te worden gestopt. Goodell vertelt Hedges: 'We maakten een lijkenzak open en er zat niets anders in dan verdampt vlees. Er zaten geen vier handen of een heel been in een zak. We probeerden de brij gelijkmatig over de zakken te verdelen. We lieten de laatste lijkenzak binnenkomen. We maakten hem open en daarin zaten de hoofden. Het waren er vier en we moesten ze oppakken en uitzoeken van wie ze waren. De ogen keken terug naar ons.'
Deze beelden zien we niet op de televisie. Deze verhalen lezen we niet in de kranten. Op de televisie en in de krant zien de missies, zoals militairen ze noemen, eruit als glorieuze, moedige, opwindende en succesvolle ondernemingen.
Een gepolijst beeld van oorlog
Hedges schrijft dat als we echt oorlog zouden zien, wat oorlog doet met jonge mensen en hun lichamen, het moeilijker voor ons zou zijn om oorlog te aanvaarden. Daarom worden we door onze politici en militairen beschermd tegen het zien van wat oorlog werkelijk doet, de geuren, het lawaai, de verwarring en vooral de overweldigende angst en pijn. We krijgen een gepolijst beeld van oorlog te zien, te horen en te lezen.
De gewonden, de verminkten en de doden zijn het afval van de oorlog, schrijft Hedges. We zien ze niet. We horen ze niet. Ze worden genegeerd. Ze worden snel van het toneel afgevoerd. De boodschap die ze vertellen is te onaangenaam om te horen. Door deze beelden verborgen te houden, vermindert de afkeer en verontwaardiging van mensen over oorlog. En zullen mensen zich minder actief verzetten tegen de oorlogen die hun land voert of wil voeren.
We moeten naar de ongepolijste beelden van oorlog kijken
Politiek filosoof Tena Thau van de Universiteit van Oxford pleit er daarom voor dat we kijken naar de ongepolijste beelden van de oorlog en de genocide. 'Ontpolijst de oorlog en de genocide' schrijft ze op Waging Nonviolence. 'Om meer mensen te overtuigen van de noodzaak van een staakt-het-vuren, zouden vredesactivisten op grotere schaal ongepolijste beelden van de oorlog moeten verspreiden.'
Beelden van jonge kinderen in Gaza die trillen van angst nadat ze luchtaanvallen hebben overleefd, liggend in plassen bloed op overvolle ziekenhuisvloeren. Of baby's levenloos in de armen van hun ontroostbare ouders.
Beelden van jonge mannen zonder hoofd in de Libanese heuvels. Hoofden van oudere mannen zonder lichaam in de Oekraïense modder. Beelden van huilende stoere kerels zonder benen in de revalidatieklinieken. En van de lege ogen van oorlogsveteranen voor wie het leven voorbij is.
Gepolijste beelden van oorlog maken oorlog acceptabel. We hebben ongepolijste beelden nodig om van oorlog te maken wat het is: onacceptabel.
Bron: Waging Nonviolence