Vredesduif met olijftak in snavel.

Wapens voeden geweld in Darfur

24-2-2012 Amnesty International publiceerde een nieuw rapport waaruit blijkt dat Chinese en Russische wapens, waaronder ammunitie, helikopters, lucht-grondraketten en bepantserde voertuigen, ernstige mensenrechtenschendingen in de Soedenese regio Darfur mogelijk hebben gemaakt.

 

De wapens worden door het Soedanese leger gebruikt, maar ook door regeringsgezinde milities, zoals het Volksdefensie Front, dat wordt bewapend door het leger.

Volgens Amnesty zijn er vorig jaar in de regio Darfur 70.000 mensen ontheemd geraakt door etnische aanvallen op de Zaghawa-gemeenschap. "China en Rusland leveren wapens aan de regering in het volle bewustzijn dat een groot deel daarvan uiteindelijk wordt gebruikt bij schendingen van mensenrechten", zegt Brian Wood van Amnesty.

Het conflict wordt volgens hem in stand gehouden door de constante stroom van wapens van buitenaf. Alle wapenhandel naar Soedan zou per direct stopgezet moeten worden, aldus Wood, en landen zouden heel dringend werk moeten maken van het wapenhandelsverdrag.

Volgens Pieter Wezeman, van het gerenommeerde Zweeedse onderzoeksinstituut SIPRI (Stockholm International Peace Research Institute), zijn de bevindingen van Amnesty in lijn met VN-onderzoeken. Ook hij zegt dat het conflict sterk zou kunnen zijn ingeperkt als er een effectief wapenembargo was geweest.

Soedan blijft wapens krijgen, vooral van Rusland en China, maar ook van Wit-Rusland, Iran en Oekraïne. Overigens hebben Rusland en Oekraïne het rivaliserende Zuid-Soedan, dat zich op 9 juli 2011 van het noorden heeft afgescheurd, eveneens van wapens voorzien, blijkt uit gegevens die ze zelf aan de VN hebben gerapporteerd.

In het oosten van Darfur zijn vorig jaar regelmatig luchtaanvallen uitgevoerd op militaire en civiele doelen. Dat gebeurde met Russische Soechoj-25 aanvalsvliegtuigen en Mi-24 gevechtshelikopters die als bommenwerpers werden ingezet. Antonov transportvliegtuigen zorgden voor de bevoorrading.

Nieuwe gevechtshelikopters bleven gewoon geleverd worden, waardoor de aanvallen konden doorgaan. In Zuid-Kordofan, een regio in het midden van Soedan, is vorig jaar ammunitie gevonden die in 2010 in China is gefabriceerd, zegt Amnesty.+

Bron: www.dewereldmorgen.be, 10-2-2012